Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Proefdraaien; Configuratie; Lokale Instelling - Daikin FXAA15AUV1B Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

17 Configuratie

Voedingsspanning
Controleer
de
voedingsspanning
voedingspaneel. De spanning MOET overeenstemmen
met de spanning op het naamplaatje van de unit.
Aardingsbedrading
Controleer of de aardingskabels goed zijn aangesloten en
de aardingsklemmen stevig zijn vastgemaakt.
Zekeringen, stroomonderbrekers of beveiligingen
Controleer of de zekeringen, de stroomonderbrekers of de
lokaal geïnstalleerde beveiligingen van het in het
hoofdstuk
"14  Elektrische
en grootte zijn. Controleer of er geen zekering of
beveiliging is overbrugd.
Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische
componenten
componentenkast en binnenin de unit zichtbaar zijn.
Leidingdiameter en leidingisolatie
Installeer leidingen met de juiste diameter en isoleer ze
zoals voorgeschreven.
Beschadigde apparatuur
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
Lokale instellingen
Controleer of alle gewenste lokale instellingen zijn
ingesteld. Zie
"17.1 Lokale
16.2

Proefdraaien

INFORMATIE
▪ Voer het proefdraaien uit zoals beschreven in de
handleiding van de buitenunit.
▪ Het proefdraaien is alleen voltooid als er geen
storingscode op de gebruikersinterface of het 7-
segmentendisplay van de buitenunit staat.
▪ Zie de servicehandleiding voor de volledige lijst met
foutcodes en een gedetailleerde uitleg voor het
opsporen en oplossen van elke storing.
OPMERKING
Onderbreek het proefdraaien NIET.
17
Configuratie
17.1

Lokale instelling

Voer de volgende lokale instellingen uit in overeenstemming met de
echte installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪ Stand hoger luchtdebiet
▪ Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
: Standaard
(2)
Ventilatorsnelheid:
• LL: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld bij thermostaat UIT)
• L: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld door gebruikersinterface)
• Instelvolume: De ventilatorsnelheid komt overeen met de door de gebruiker met de ventilatorsnelheidsknop op de gebruikersinterface
ingestelde snelheid (laag, middelmatig, hoog).
• Monitoring 1, 2: De ventilator staat UIT, maar draait om de 6 minuten even met LL (Monitoring 1) of L (Monitoring 2) om de
kamertemperatuur te detecteren.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
24
op
het
lokale
installatie"  [ 4   22] vermelde type
in
de
elektrische
instelling" [ 4  24].
▪ Tijd om filter te reinigen
▪ Selectie thermostaatsensor
▪ Omschakeling thermostaatdifferentieel (als remote sensor wordt
gebruikt)
▪ Differentieel voor automatische omschakeling
▪ Automatisch herstarten na stroomonderbreking
▪ Instelling T1/T2-input
INFORMATIE
▪ Sommige
lokale
wanneer u op de binnenunit optionele accessoires
aansluit.
Voor
montagehandleiding van het optionele accessoire.
▪ De volgende instelling is alleen van toepassing bij
gebruik van de gebruikersinterface BRC1H52*. Zie de
montagehandleiding of servicehandleiding van de
gebruikersinterface
gebruikersinterface wordt gebruikt.
Instelling: Stand hoger luchtdebiet
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker. Het ingestelde luchtdebiet (HOOG en LAAG) kan lokaal
worden verhoogd. Verander het cijfer (—) zoals aangegeven in de
volgende tabel.
Voor een ... luchtdebiet
Standaard
Licht verhoogd
Verhoogd
Instelling: Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker. Zij bepaalt de ventilatorsnelheid van de binnenunit bij
thermostaat UIT.
1 Als u de ventilatoren op werking hebt ingesteld, stel dan ook de
luchtvolumesnelheid in:
Als u wilt...
(2)
Thermostaat UIT
LL
tijdens koelen
Instelvolume
(a)
UIT
Monitoring 1
Monitoring 2
(2)
Thermostaat UIT
LL
tijdens verwarmen
Instelvolume
(a)
UIT
Monitoring 1
Monitoring 2
(a)
Gebruik alleen in combinatie met de optionele remote sensor of
wanneer de instelling M 10 (20), SW 2, — 03 wordt gebruikt.
instellingen
kunnen
veranderen
meer
informatie,
zie
wanneer
een
andere
(1)
Dan
M
SW
13 (23)
0
01
02
03
(1)
Dan
M
SW
12 (22)
6
01
(2)
02
03
(2)
04
(2)
05
12 (22)
3
01
(2)
02
03
(2)
04
(2)
05
FXAA15~63AUV1B
VRV-systeemairconditioner
3P622285-1C – 2022.02
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave