a
a
Elektrische bedrading
Voorbeeld van een compleet systeem
1 gebruikersinterface bestuurt 1 binnenunit.
a
TO IN/D
TO OUT/D
N
L
N
L
N L
N L
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
1
2
1
2
1
2
1
2
1
b
P
P
P
P
1
2
1
2
c
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Gebruikersinterface
d
Meest stroomafwaarts gelegen binnenunit
OPMERKING
Voor het gebruik van groepsbesturing en de bijbehorende
beperkingen, zie de handleiding van de buitenunit.
VOORZICHTIG
▪ Elke binnenunit moet op een aparte gebruikersinterface
worden aangesloten. Alleen een afstandsbediening die
compatibel is met het veiligheidssysteem kan als
gebruikersinterface worden gebruikt. Zie de technische
data
sheet
voor
afstandsbediening (bv. BRC1H52/82*).
▪ De gebruikersinterface moet in dezelfde kamer als de
binnenunit
worden
montagehandleiding en gebruiksaanwijzing van de
gebruikersinterface voor meer informatie.
VOORZICHTIG
Indien afgeschermde kabel wordt gebruikt, sluit de
afscherming alleen aan aan de kant van de buitenunit.
15
De installatie van de
binnenunit voltooien
15.1
Binnenunit op de montageplaat
bevestigen
1 Verwijder het stuk verpakkingsmateriaal.
2 Duw het onderframe van de unit met beide handen op de
onderste haken van de montageplaat. De draden mogen
NERGENS vastgeklemd geraken.
3 Duw met beide handen op de onderste rand van de binnenunit
tot de unit goed vastzit achter de haken van de montageplaat.
FXAA15~63AUV1B
VRV-systeemairconditioner
3P622285-1C – 2022.02
N
L
N
L
N L
N L
T
T
P
P
F
F
T
T
P
P
F
F
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
1
2
P
P
P
P
1
2
1
2
de
compatibiliteit
van
geplaatst.
Zie
15 De installatie van de binnenunit voltooien
4 Maak de binnenunit vast aan de montageplaat met 2
bevestigingsschroeven van de binnenunit M4×12L (accessoire).
d
a
Montageplaat (accessoire)
b
Koelmiddelleiding
c
Isolatietape
d
Onderste frame
e
Schroef M4×12L (2 stuks uit accessoires)
5 Breng het voorrooster weer aan
aanbrengen" [ 4 16]).
6 Breng het voorpaneel weer aan
aanbrengen" [ 4 16]).
d
16
Inbedrijfstelling
T
T
1
2
OPMERKING
Algemene
instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een
algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het
Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt
als
rapporteringssjabloon
overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Zo NIET kan de compressor
vuur vatten.
16.1
Controlelijst voor de
de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
de
punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
U hebt de volledige instructies voor installatie en gebruik
gelezen,
handleiding voor de installateur en de gebruiker.
Installatie
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om
abnormale geluiden en trillingen te voorkomen bij het
opstarten van de unit.
Afvoer
De afvoer moet vlot stromen.
Mogelijk gevolg: Er kan condenswater naar beneden
druppelen.
Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in het
hoofdstuk
"14 Elektrische
instructies, de bedradingsschema's en de geldende
wetgeving is uitgevoerd.
a
b
c
e
("12.2.4 Voorrooster weer
("12.2.2 Voorpaneel weer
checklist
inbedrijfstelling.
richtlijn
en
als
basis
tijdens
inbedrijfstelling
zoals
beschreven
in
de
installatie" [ 4 22] beschreven
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
Naast
de
voor
de
en
bij
uitgebreide
23