Als u wilt...
(2)
Thermostaat UIT
L
tijdens koelen
Instelvolume
(a)
UIT
Monitoring 1
Monitoring 2
Monitoring 3
(2)
H
(2)
Thermostaat UIT
L
tijdens verwarmen
Instelvolume
(a)
UIT
Monitoring 1
Monitoring 2
Monitoring 3
(2)
H
(a)
Gebruik alleen in combinatie met de optionele remote sensor of
wanneer de instelling M 10 (20), SW 2, — 03 wordt gebruikt.
Instelling: Tijd om filter te reinigen
Deze instelling moet overeenstemmen met de luchtvervuiling in de
kamer. Zij bepaalt het interval waarop de melding "Time to clean
air
filter"
(tijd
om
het
gebruikersinterface verschijnt.
Voor een interval van...
(luchtvervuiling)
±2500 u (licht)
±1250 u (zwaar)
Melding AAN
Melding UIT
Instelling: Selectie thermostaatsensor
Deze
instelling
moet
overeenstemmen
thermostaatsensor van de afstandsbediening wordt gebruikt.
Wanneer de thermostaatsensor van de
afstandsbediening...
Wordt gebruikt in combinatie met de
thermistor van de binnenunit
Niet wordt gebruikt (alleen thermistor
binnenunit)
Exclusief wordt gebruikt
Instelling: Omschakeling thermostaatdifferentieel (als remote
sensor wordt gebruikt)
Als het systeem over een remote sensor beschikt, de stappen voor
verhogen/verlagen instellen.
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
(2)
Ventilatorsnelheid:
• LL: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld bij thermostaat UIT)
• L: Lage ventilatorsnelheid (ingesteld door gebruikersinterface)
• H: Hoge ventilatorsnelheid
• Instelvolume: De ventilatorsnelheid komt overeen met de door de gebruiker met de ventilatorsnelheidsknop op de gebruikersinterface
ingestelde snelheid (laag, middelmatig, hoog).
• Monitoring 1, 2, 3: De ventilator staat UIT, maar draait om de 6 minuten even met LL (Monitoring 1), L (Monitoring 2) of H (Monitoring 3)
om de kamertemperatuur te detecteren.
FXFA20~125A2VEB
VRV-systeemairconditioner
3P599604-1E – 2022.02
(1)
Dan
M
SW
—
12 (22)
6
01
(2)
02
03
(2)
04
(2)
05
(2)
06
07
12 (22)
3
01
(2)
02
03
(2)
04
(2)
05
(2)
06
07
luchtfilter
te
reinigen)
op
(1)
Dan
M
SW
—
10 (20)
0
01
02
3
01
02
met
hoe/of
(1)
Dan
M
SW
—
10 (20)
2
01
02
03
Als u de stappen wil veranderen in...
1°C
0,5°C
Instelling: Differentieel voor automatische omschakeling
Stel het temperatuurverschil tussen het instelpunt koelen en het
instelpunt verwarmen in de automatische stand in (beschikbaarheid
afhankelijk van het systeemtype). Het differentieel is het instelpunt
koelen min het instelpunt verwarmen.
Als u wil ...
instellen
0°C
12 (22)
1°C
2°C
3°C
4°C
5°C
de
6°C
7°C
Instelling: Automatisch herstarten na stroomonderbreking
Afhankelijk van de behoeften van de gebruiker, kan u automatisch
herstarten na een stroompanne activeren/deactiveren.
Als u automatisch herstarten na
stroomonderbreking wil...
de
Gedeactiveerd
Geactiveerd
Instelling: Instelling T1/T2-input
WAARSCHUWING
Bij R32-koelmiddel dienen de klemaansluitingen T1/T2
ALLEEN voor ingang brandalarm. Een brandalarm heeft
een hogere prioriteit dan R32-veiligheid en schakelt het
volledige systeem uit.
X1M
T1
a
T2
a Ingangssignaal brandalarm (potentiaalvrij contact)
Afstandsbediening is mogelijk door overdracht van de externe input
op de klemmen T1 en T2 van de klemmenstrook voor bedrading van
de gebruikersinterface en de transmissie.
16 Configuratie
Dan
M
SW
12 (22)
2
(1)
Dan
Voorbeeld
M
SW
—
4
01
koelen 24°C/
verwarmen 24°C
02
koelen 24°C/
verwarmen 23°C
03
koelen 24°C/
verwarmen 22°C
04
koelen 24°C/
verwarmen 21°C
05
koelen 24°C/
verwarmen 20°C
06
koelen 24°C/
verwarmen 19°C
07
koelen 24°C/
verwarmen 18°C
08
koelen 24°C/
verwarmen 17°C
Dan
M
SW
12 (22)
5
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
(1)
—
01
02
(1)
—
01
02
23