Hoofdstuk 4 – Vóór de bediening
4.1
Verantwoordelijkheid van de
operator
De operator dient vóór aanvang van elke werkploeg het
volgende te doen:
1. Visuele en dagelijkse onderhoudsinspecties
zijn bedoeld om onderdelen te controleren op
▪
beschadiging voordat het MEWP in bedrijf wordt
genomen.
worden vóór de functietests uitgevoerd.
▪
WAARSCHUWING
Het niet lokaliseren en repareren van beschadigde
onderdelen en het niet vinden van losse of ontbrekende
delen kunnen leiden tot de onveilige werking van
het MEWP .
2. Functietests
zijn bedoeld om onderdelen te controleren op
▪
defecten voordat het MEWP in bedrijf wordt
genomen.
BELANGRIJK
De operator moet de verschillende stappen van de
instructies begrijpen en opvolgen om alle functies
van het MEWP te testen.
De operator moet een kopie maken van de controlelijst
voor operator (zie
hoofdstuk
4.4) en de gedeelten
betreffende de visuele en dagelijkse onderhoudsinspecties
en de functietests invullen tijdens het uitvoeren van de in
hoofdstuk 4.2
en
hoofdstuk 4.3
BELANGRIJK
In geval van beschadiging of ongeoorloofde wijziging
van het MEWP in vergelijking met de toestand waarin het
door de fabrikant werd geleverd, moet het van een label/
waarschuwingsbord worden voorzien en vergrendeld en
vervolgens uit bedrijf worden genomen.
Het MEWP mag uitsluitend worden gerepareerd door
gekwalificeerd/deskundig reparatiepersoneel. Na de
reparaties moet de operator opnieuw de visuele en
dagelijkse onderhoudsinspecties en functietests uitvoeren.
Geplande onderhoudsinspecties mogen alleen worden
uitgevoerd door een bevoegde/deskundige persoon.
SJ30 ARJE
aangegeven taken.
213214AAE
35