Inspectie van de werkplek
WAARSCHUWING
De operator mag geen MEWP gebruiken dat:
niet goed lijkt te werken;
▪
beschadigd of versleten is, of waaraan onderdelen
▪
lijken te ontbreken;
wijzigingen of aanpassingen heeft ondergaan die
▪
niet door de fabrikant werden goedgekeurd;
uitgerust is met veiligheidsvoorzieningen die zijn
▪
gewijzigd of uitgeschakeld;
vergrendeld is vanwege ongebruik of reparaties.
▪
Indien deze gevaren niet worden vermeden, zou dat
ernstig of dodelijk letsel kunnen veroorzaken.
SJ30 ARJE
Hoofdstuk 2 – Veiligheid van de operator
2.4
Inspectie van de werkplek
Controleer dat de bedrijfsomgeving (d.w.z. bedrijfstemperatuur,
Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) en gevaarlijke
zone-klasse) geschikt is voor de MEWP-specificaties
(zie
hoofdstuk
7.5).
Zorg ervoor dat alle lokale, provinciale/territoriale/staats- en
nationale voorschriften voor het gebruiken van het MEWP
worden opgevolgd. Gebruik het MEWP niet op gevaarlijke
plaatsen.
Alvorens met het MEWP te werken, dient u de werkplek
grondig te inspecteren om alle mogelijke gevaren in uw
werkomgeving op te merken.
Zorg ervoor dat u weet welk ander materieel in de omgeving
kan bewegen. Neem gepaste maatregelen om een botsing
te vermijden.
De operator moet de werkplek inspecteren en de volgende
gevaarlijke omstandigheden vermijden:
gaten of steile hellingen
▪
hellingen
▪
greppels of plaatsen met zacht vulmateriaal
▪
hindernissen op de grond, bulten of puin
▪
obstructies boven het MEWP
▪
elektrische kabels, slangen en
▪
hoogspanningsgeleiders
gevaarlijke plekken
▪
ondergrond die onvoldoende is om alle door het
▪
MEWP (Zie
hoofdstuk
weerstaan
wind en weersomstandigheden
▪
de aanwezigheid van onbevoegd personeel
▪
de aanwezigheid van andere mobiele apparatuur
▪
verkeersgevaren
▪
andere eventueel onveilige toestanden
▪
7.8) uitgeoefende kracht te
213214AAE
19