Hoofdstuk 3 – Vertrouwd maken
Het toetsenbord gebruiken:
NB
Het toetsenbord is aanraakgevoelig. Een hoorbare
beep geeft feedback dat de input succesvol werd
ontvangen.
1. Voer de pincode in.
2. Druk op het groene vinkje om te bevestigen.
Resultaat: Groen licht geeft een geautoriseerd
▪
ID aan. Start bediening.
NB
Als er op een incorrecte knop werd gedrukt tijdens het
invoeren van de pincode, druk op de knop Annuleren
om opnieuw te beginnen.
De Smart-ID-kaart gebruiken:
1. Plaats de kaart voor de lezer.
2. Een beep-signaal geeft aan dat de kaart is gelezen.
Resultaat: Groen licht geeft een geautoriseerd
▪
ID aan. Start bediening.
NB
De bedieningselementen moeten actief worden binnen
de tijd vastgelegd door de eigenaar van de machine
voor de toegangscontrolebediening. Gebruik het
toetsenbord NIET terwijl u op de kaart tikt.
BELANGRIJK
De toegangscontrole-eenheid zal uitvallen en
inactief worden als de operator het activeren van
bedieningselementen niet heeft voltooid. De tijd
voordat de eenheid uitvalt is ingesteld door de eigenaar
van de machine. Als de toegangscontrole-eenheid
uitvalt, moet de operator de unieke pincode opnieuw
ingeven of opnieuw op de Smart-ID-kaart tikken. Als het
activeren van de toegangscontrole faalt, neem contact
op met de eigenaar van de machine.
213214AAE
34
Optionele uitrusting en hulpstukken
BELANGRIJK
De toegangscontrole-eenheid wordt inactief als de
operator een van de volgende stroomonderbrekingen
uitvoert, en als de vooraf bepaalde tijdsduur ingesteld
door de eigenaar van de machine is verlopen:
draait de hoofdstroomonderbreker naar de
▪
UIT-stand, drukt op de basisnoodstopknop of
draait de sleutelschakelaar naar de UIT-stand.
Skyjack beheert de uitvalinstellingen van de
toegangscontrole-eenheid NIET. Neem contact op met
de eigenaar van de machine als de uitvalinstellingen
moeten worden gewijzigd.
BELANGRIJK
Om de toegangscontrole-eenheid te heractiveren moet
de operator de unieke pincode opnieuw ingeven of
opnieuw op de Smart-ID-kaart tikken. Om de toegang
te behouden, moet de operator verzekeren dat de
hoofdstroomonderbreker in de AAN-stand staat,
de basisnoodstop naar buiten is getrokken en de
sleutelschakelaar zich in de platform- of basismodus
bevindt binnen de tijd vastgelegd door de eigenaar
van de machine voor de toegangscontrolebediening.
Functietests
Voer de functietests uit zoals beschreven in
Bevestig bij het uitvoeren van de functietests dat
de toegangscontrole-eenheid actief is door te
controleren dat het groene lampje op het toetsenbord
AAN is. Bij het uitvoeren van de functietests voor de
hoofdstroomonderbreker, basisnoodstop en Uit/Platform/
Basis-schakelaar, moet de bediening worden gedaan
binnen de tijd vastgelegd door de eigenaar van de machine
voor de toegangscontrolebediening.
Hoofdstuk
4.3.
SJ30 ARJE