Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Sanitair-Warmwatertemperatuur Tijdelijk Wijzigen; Instellingen Opnieuw Instellen Of Herstellen; De Configuratienummers Cn1 En Cn2 Opnieuw Instellen; Een Automatische Detectie Voor De Can-Matrix Uitvoeren - REMEHA Gas 220 Ace Installatie- En Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5.5

Instellingen opnieuw instellen of herstellen

Afb.14
Configuratienummers
A
7699061 - v.01 - 07022018
5.4.5
Als het klokprogramma actief is met een verlaagde sanitair-warmwater­
temperatuur, kunt u de warmwatertemperatuur voor bijv. testen van de
warmwaterproductie tijdelijk verhogen.
U kunt het tijdelijke overschrijven verwijderen of afbreken door Reset te
selecteren.
5.5.1
De configuratienummers moeten opnieuw worden ingesteld als een fout­
melding wordt weergegeven of als de besturingseenheid is vervangen. De
configuratienummers zijn te vinden op de typeplaat van het apparaat.
B
C
AD-3000935-01
5.5.2
Als de besturingseenheid of een SCB is verwijderd of vervangen, moet u
de CAN-matrix opnieuw instellen om alle apparaten die zijn aangesloten
op de CAN-bus opnieuw in te stellen en opnieuw te detecteren.
5.5.3
Deze optie is alleen beschikbaar als de instellingen voor inbedrijfstelling
zijn opgeslagen op het bedieningspaneel en deze optie u toestaat om de­
ze instellingen te herstellen.

De sanitair-warmwatertemperatuur tijdelijk wijzigen

1. Selecteer Installateursmenu > Installatie setup > Interne SWW >
Warm water boost.
2. Selecteer Duur van de tijdelijke aanpassing .
3. Stel de duur in uren en minuten in.
De warmwatertemperatuur wordt verhoogd tot de Comfort setpnt
SWW.

De configuratienummers CN1 en CN2 opnieuw instellen

1. Selecteer Installateursmenu > Geavanceerd servicemenu > Instellen
van de configuratie nummers.
2. Selecteer het apparaat, het schakelpaneel of een ander apparaat
dat u opnieuw wilt instellen.
A Selecteer het apparaat of het schakelpaneel
B Extra informatie
C Configuratienummers
3. Selecteer en wijzig de instelling CN1.
4. Selecteer en wijzig de instelling CN2.
5. Selecteer Bevestigen om de gewijzigde nummers te bevestigen.

Een automatische detectie voor de CAN-matrix uitvoeren

1. Selecteer Installateursmenu > Geavanceerd servicemenu >
Terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
2. Selecteer Bevestigen om de automatische detectie uit te voeren.

De instellingen voor inbedrijfstelling herstellen

1. Selecteer Installateursmenu > Geavanceerd servicemenu > Terug
naar instellingen bij inbedrijfstelling.
2. Selecteer Bevestigen om de instellingen voor inbedrijfstelling te her­
stellen.
Voor meer informatie, zie
De instellingen voor inbedrijfstelling opslaan, pagina 21
5 Installateursinstructies
23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave