5.5
Instellingen opnieuw instellen of herstellen
Afb.14
Configuratienummers
A
7699061 - v.01 - 07022018
5.4.5
Als het klokprogramma actief is met een verlaagde sanitair-warmwater
temperatuur, kunt u de warmwatertemperatuur voor bijv. testen van de
warmwaterproductie tijdelijk verhogen.
U kunt het tijdelijke overschrijven verwijderen of afbreken door Reset te
selecteren.
5.5.1
De configuratienummers moeten opnieuw worden ingesteld als een fout
melding wordt weergegeven of als de besturingseenheid is vervangen. De
configuratienummers zijn te vinden op de typeplaat van het apparaat.
B
C
AD-3000935-01
5.5.2
Als de besturingseenheid of een SCB is verwijderd of vervangen, moet u
de CAN-matrix opnieuw instellen om alle apparaten die zijn aangesloten
op de CAN-bus opnieuw in te stellen en opnieuw te detecteren.
5.5.3
Deze optie is alleen beschikbaar als de instellingen voor inbedrijfstelling
zijn opgeslagen op het bedieningspaneel en deze optie u toestaat om de
ze instellingen te herstellen.
De sanitair-warmwatertemperatuur tijdelijk wijzigen
1. Selecteer Installateursmenu > Installatie setup > Interne SWW >
Warm water boost.
2. Selecteer Duur van de tijdelijke aanpassing .
3. Stel de duur in uren en minuten in.
De warmwatertemperatuur wordt verhoogd tot de Comfort setpnt
SWW.
De configuratienummers CN1 en CN2 opnieuw instellen
1. Selecteer Installateursmenu > Geavanceerd servicemenu > Instellen
van de configuratie nummers.
2. Selecteer het apparaat, het schakelpaneel of een ander apparaat
dat u opnieuw wilt instellen.
A Selecteer het apparaat of het schakelpaneel
B Extra informatie
C Configuratienummers
3. Selecteer en wijzig de instelling CN1.
4. Selecteer en wijzig de instelling CN2.
5. Selecteer Bevestigen om de gewijzigde nummers te bevestigen.
Een automatische detectie voor de CAN-matrix uitvoeren
1. Selecteer Installateursmenu > Geavanceerd servicemenu >
Terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
2. Selecteer Bevestigen om de automatische detectie uit te voeren.
De instellingen voor inbedrijfstelling herstellen
1. Selecteer Installateursmenu > Geavanceerd servicemenu > Terug
naar instellingen bij inbedrijfstelling.
2. Selecteer Bevestigen om de instellingen voor inbedrijfstelling te her
stellen.
Voor meer informatie, zie
De instellingen voor inbedrijfstelling opslaan, pagina 21
5 Installateursinstructies
23