INSTELLING VAN DE 1~IODULATIEDIEPTE
Bij inwendige modulatie
Zet men de modulatieschakelaar in de rechter stand, dan wordt de H.F. spanning met een
L.F, spanning van 400 Hz gemoduleerd. De modulatiediepte wordt met Rl geregeld en kan
op de meter Ai worden afgelezen.
De modulatie is uitgeschakeld in de middenstand van de modulatieschakelaar.
Bij uitwendige modulatie
De modulatieschakelaar wordt in de linker stand gezet en de modulatiespanning op de bussen
Bu4 en Bu5 (aarde) links op de voorzijde aangesloten.
De spanning mag niet meer dan 1 V bedragen om vervorming in de modulatie te voorkomen
en om de modulatiediepte-meter niet te beschadigen.
De modulatiediepte, afgelezen op de meter Al, wordt met Rl geregeld. Bij de lage draaggolf-
frequenties, is de modulatiediepte afhankelijk van de modulatiefrequentie. De hoogste modu-
latiefrequenties, die mogen worden gebruikt om de modulatiediepte met een afwijking kleiner
dan ± 5 % te kunnèn instellen, zijn op blz. 12 aangegeven.
L.F. UITGANGSSPANNING
Indien de modulatieschakelaar in de rechter stand staat, kan de in het apparaat opgewekte
L.F. spanning van de bussen Bu4 en Bus worden afgenomen en met Rl worden geregeld
tussen 0 en ca. 8 V.
VERVANGING VAN BUIZEN
Indien één of meer buizen moeten
den genomen. Hiertoe worden de
het apparaat uit de kast gescho-
ven. De plaats van de buizen is
aangegeven in fig. 5.
Voor
het uitwisselen van
de
buizen Bl, B~ en B3 moet het
afdekplaatje (A in fig. 5) boven
op de afschermkap worden af-
genomen
na
verwijdering
van
B4
de schroeven.
Om de schaalverlichtingslampjes
La3 en La4 uit te wisselen moe-
ten, behalve de schroeven langs
de rand van de voorzijde, de
knoppen en de steunen worden B6
losgenomen. De lampjes zijn dan
te bereiken, nadat de frontplaat
is verwijderd.
R4
Na vervanging van B1, B2 of
B5 dient het apparaat opnieuw
te worden gecontroleerd, zoals
hieronder
is
aangegeven.
De
andere buizen en de verlich-
tingslampjes
kunnen
zonder
meer worden vervangen.
8
worden vervangen, dient het apparaat uit de kast te wor-
schroeven langs de rand van de voorzijde verwijderd en
Fig. 5
Het inwendige van liet apparaat