Inhoudsopgave
Advertenties
~~
BESCHRIJ~TING
ALGEMEEN
Om bij de huidige stand van de radio- en draaggolftelefonie-techniek të kunnen voldoen aan de
hoge kwaliteitseisen, die aan de apparaten worden gesteld, moeten deze worden gecontro-
leerd met behulp van meetinstrumenten, die een hoge graad van nauwkeurigheid en betrouw-
baarheid bezitten. De Philips Standaard Signaal Generator type GM 2653/01 is voor dit doel
ontworpen en kan daartoe een H.F, spanning leveren, waarvan de frequentie op 0,5 % nauw-
keurig op elke waarde tussen 32 kHz en 32 MHz kan worden ingesteld. Voor de meest
voorkomende middenfrequenties van radio-ontvangers kan de frequentie tussen 400 en
500 kHz met een afwijking kleiner dan 0,2 %worden ingesteld.
Voor het gebruikelijke M.F. gebied van F.M. ontvangers is eveneens een afzonderlijk
frequentiegebied aanwezig voor frequenties van 8---12 MHz. Hier komt 1 schaaldeel over-
een met 20 kHz, zodat bij v. 10,7 MHz met een nauwkeurigheid beter dan 10 kHz kan worden
afgelezen.
De uitgangsspanning is regelbaar tussen 0 en 1 V ën kan worden amplitude-gemoduleerd met
een in het apparaat opgewekte L.F, spanning of met een L.F. spanning van een externe
spanningsbron, waarvan de frequentie ligt tussen 30 en 11 000 Hz. De modulatiediepte is
instelbaar tussen 0 en 100 %. De H.F. spanning wordt afgenomen met behulp van een afge-
schermde kabel via een kunstantenne of via een condensator.
De modulatiespanning, die in het apparaat wordt opgewekt, is uitwendig af te nemen met
een waarde tot ca. 8 V.
De verkregen H.F. spanning is practisch vrij van ongewenste frequentiemodulatie en brom-
modulatie, terwijl de ingestelde waarden van spanning en frequentie nagenoeg onafhankelijk
zijn van netspannings- en temperatuurvariaties.
Het apparaat is ook mechanisch robuust geconstrueerd, hetgeen er toe bijdraagt dat het kan
worden beschouwd als een standaardinstrument voor laboratoria en fabrieken.
Als toepassing kunnen worden genoemd: het meten van de gevoeligheid, de getrouwheid en
de selectiviteit van radio-ontvangers, de frequentiekarakteristiek van video- en andere H.F.
versterkers en verder het trimmen van radio-ontvangers, het ijken van stationsnamenschalen,
het controleren van de automatische volumeregeling, het meten van de frequentiekarakteris-
tiek van H.F, transformatoren, filterschakelingen, bij draaggolftelefonie enz.
WERKING (zie fig. 11)
.Het apparaat bevat een H.F. oscillator, waarvan de spanning aan een moduleerbuis wordt
toegevoerd. In deze buis kan de H.F. spanning worden gemoduleerd met de L.F, spanning van
de in het apparaat aangebrachte L.F. oscillator of van een externe spanningsbron. De H.F.
.spanning wordt vervolgens, al of niet gemoduleerd, via een H.F. versterkbuis aan een geijkte
verzwakker toegevoerd.
H.F. oscillator (zie fig. 1) ~-- In de anodeketen van de oscilleerbuis B1 is een afgestemde kring,
bestaande uit een spoel en de variabele condensator Cl, opgenomen. De oscillatorspoel is
gemonteerd in een draaibare trommel waarmede de frequentiegebieden kunnen worden ge-
kozen; de instelling op de gewenste frequentie geschiedt verder met de variabele condensator Ci.
De spoel is gekoppeld met een tweede spoel, de terugkoppelspoel, die de spanning naar het
eerste rooster van de oscilleerbuis terugvoert en tevens met een spoel, die de spanning voor
de moduleerbuis levert.
Modulator ---- Als moduleerbuis is de penthode B2 gebruikt, waarbij vangroostermodulatie
wordt toegepast. Aan het eerste rooster van deze buis wordt de H.F, spanning gelegd en aan
.het derde rooster de L.F. spanning.
In deze schakeling werkt de moduleerbuis met constante kathodestroom ën daardoor practisch
met constante ingangscapaciteit. Ten gevolge hiervan is de terugwerking op de oscillator-
kring bijzonder klein, waardoor het optreden van een bijkomstige, ongewenste frequentie-
modulatie wordt voorkomen.
3
Advertenties
Inhoudsopgave
