Inhoudsopgave
Advertenties
De modulatiediepte kan met Rl tussen 0 en 100 %worden ingesteld en wordt door de meter
Al , die in procenten is geijkt, aangewezen.
De in het apparaat opgewekte modulatiespanning kan voor uitwendig gebruik, bije. als
synchronisatiespanning voor een oscillograaf, van de bussen Bu4 en Bus worden afgenomen.
Zet men de modulatieschakelaar in de linker stand, dan wordt de buis B5 geschakeld als
weerstandversterker, waarbij de bus Bu4 met het stuurrooster is verbonden. Door de ver-
kregen versterking behoeft de uitwendige modulatiespanning voor een modulatiediepte van
80 %slechts ca. 0,8 V te bedragen. De modulatiediepte wordt weer ingesteld met Rl en aan-
gewezen door de meter A1.
De modulatie is uitgeschakeld in de middenstand van de modulatieschakelaar.
Fig. 2
L.F, gedeelte
(Sks in stand: Uitwendige modulatie)
K1
regelt de L.F. spanning op de moduleerbuis B2 (voor instelling van de modulatiediepte)
R4
regelt het oscilleren van buis B5
Rio regelt het werkpunt van de moduleerbuis
Bz (voor instelling van de modulatievervorming)
Rs4
regelt de aanwijzing van de meter Ai (ijking van de modulatiediepte)
Voedingsgedeelte (zie fig. 11) .--- Het apparaat dient uit een wisselspanningnet te worden
gevoed en kan met behulp van de carrouselschakelaar Sk2 voor een netspanning van 110, 125,
145, 200, 220 of 245 V worden ingesteld.
Teneinde de geleverde H.F. spanning en de frequentie voldoende onafhankelijk te maken
van netspanningsvariaties, is gebruik gemaakt van een schakeling met een transformator T2
met verzadigde ijzerkern en een transformator Ti met een niet-verzadigde ijzerkern. Hierin
worden de reeds geringe spanningsvariaties over de secundaire wikkeling van T2 gecompen-
seerd door de spanningsvariaties van T1; de effectieve waarde van de resulterende spanning
wordt ca. 1 : 50 gestabiliseerd ten opzichte van de netspanning.
1VIet behulp van deze schakeling kan de gloeispanning ruim voldoende worden gestabiliseerd
om hinderlijke veranderingen van de modulatiekarakteristiek ten gevolge van netspannings-
veranderingen te voorkomen.
Voor het verkrijgen van de anodespanning is verder een normale gelijkrichtschakeling toe-
gepast met de tweefazige gelijkrichtbuis B6.
Hoewel de anodespanning reeds is gestabiliseerd ten opzichte van de netspanning, wordt die
van de H.F, oscilleerbuis bovendien nog gestabiliseerd met behulp van een neon-stabiliseer-
buis
B4.
Als resultaat van deze schakelingen verandert de frequentie van de uitgangsspan
ning slechts 1 : 106 bij een netspanningsvariatie van + 10 ~/c.
Bij frequentievariaties van het net is de schakeling niet werkzaam. Deze kunnen afwijkin-
gen in de aangegeven modulatiediepte en in de uitgangsspanning tengevolge hebben.
.Het apparaat is leverbaar voor 50 Hz en 60 Hz netten.
5
Advertenties
Inhoudsopgave
