3.4. HMI-besturing
Het toestel is voorzien van een HMI.
5
5
4
4
6
6
Legenda
1
Scherm
2
Selecteren / OK
3
Terug / Afbreken
4
Vooruit / Verhogen
5
Achteruit / Verlagen
6
Led-indicatie
7
Service-aansluiting
Alle iconen en karakters in het scherm.
Het toestel kent vijf soorten meldingen die getoond worden op het
scherm, namelijk: Opstarten, Bedrijfsstatus, Waarschuwing,
Blokkering
en Vergrendeling.
In de volgende paragrafen worden de verschillende meldingen
beschreven.
1
1
3
3
2
2
7
7
3.5. Opstarten
Tijdens het opstarten wordt het volgende scherm getoond:
De led-indicator is uit.
Binnen 1 minuut verschijnt het statusscherm en is het toestel in
bedrijf.
3.6. Bedrijfsstatus
Tijdens normaal bedrijf staat het scherm in stand-by. Dit betekent
dat het scherm is uitgeschakeld.
Door op een willekeurige knop te drukken wordt het scherm actief.
820
De led-indicator brandt continu blauw.
De zichtbare iconen tonen de actieve bedrijfsstatus.
●
De grote karakters tonen de waarde van het actuele toerental.
●
De kleine karakters tonen afwisselend het symbool en de
●
eenheid.
Door op de knop
Vooruit
of
●
informatiemenu getoond.
Door op de knop
OK
te drukken worden de configuratie-
●
instellingen getoond.
Na 30 seconden geen bediening gaat de HMI-controller terug in
●
stand-by.
rpm
Achteruit
te drukken wordt het
15