Circulatie van de convectielucht
1
verbrandingszone
convectiezone
2
3
min
Max
100% - 133%
100%
Stûv 22 - installatie [nl] - 02/2015
18
SN 160580- ...
Natuurlijke of gedwongen
convectie ?
In de meeste gevallen volstaat
natuurlijke convectie [schema 1].
Bij deze configuratie is natuurlijk
een eenvoudigere (geen elektrische
aansluiting,...) en goedkopere
installatie mogelijk, evenals een
geluidloos gebruik.
Een ventilatiegroep maakt het echter
mogelijk :
– het luchtdebiet te verhogen en de
lucht verder te stuwen : onmisbaar
bij een luchtcircuit met lange
buizen,
– de temperatuur van de te
verwarmen ruimte sneller te
homogeniseren.
– de luchttemperatuur te verminderen
ter hoogte van de uitgangen (en
dus de verbranding van stofdeeltjes
en stofneerslag op het pleisterwerk
rondom te vermijden)
Doorgang van de lucht
Warme lucht heeft een groter volume
dan koude lucht. Om de afvoer ervan
te vergemakkelijken moet u meer
luchtuitlaten dan luchtinlaten op de
min. 2%
haard voorzien.
Wanneer u dus 2 monden voor
luchtinlaat aan de onderkant van de
haard opent, moet u er 3 openen aan
de uitlaat.
In Frankrijk : minimum 400 cm2 voor
de inlaat en 500 cm2 voor de uitlaat.
Een andere te respecteren regel :
doorsnede luchtinlaat
doorsnede luchtuitlaat
Deze luchtdoorsneden moeten
natuurlijk overeenstemmen met
de openingen die u op het toestel
vrijmaakt.
Voorbeelden in de onderstaande
tabel.
doorsnede
luchtinlaat
320 cm
2
320 cm
2
320 cm
2
≥ 2/3
doorsnede
doorsnede luchtinlaat
luchtuitlaat
doorsnede luchtuitlaat
320 cm
1 ≥ 2/3
OK
2
640 cm
2
1/2 < 2/3
500 cm
2/3 ≥ 2/3
OK
2
Configuratie van de buizen
Wanneer u geen ventilator plaatst,
zijn de buizen niet verplicht. Weet
echter dat een in de nis aangebrachte
vezelisolatie vluchtige bestanddelen
kan vrijgeven. In dit geval wordt
met de kokers elk contact vermeden
tussen de convectielucht en deze
materialen.
Of u nu al dan niet een ventilator
plaatst, moeten de buizen licht
hellen (min. 2%) naar de uitlaat
om warmtevangers te vermijden
[schema 2].
Voor een evenwichtige luchtstroom
moet de configuratie van het
buizenysteem symmetrisch zijn (aantal
buizen, hun hoogte, aantal bochten,
isolatiegraad,...). Dit verschijnsel is
des te belangrijker met natuurlijke
convectie dan met gedwongen
convectie.
In de praktijk...
De buizen hebben een diameter van
150 cm.
De luchtinlaten en –uitlaten moeten
zo geplaatst worden dat ze niet
belemmerd worden.
Wanneer u roosters aan de
luchtinlaten en/of – uitlaten
aanbrengt, vergewis u ervan dat
de nuttige luchtdoorgang hiervan
(oppervlakte van de gaten) minstens
overeenstemt met de doorsnede
van de luchtinlaten/– uitlaten om
drukverlies tegen te gaan.
aantal op het toestel vrij te
maken openingen
2 bij de inlaat / 2 bij de uitlaat
2 bij de inlaat / 4 bij de uitlaat