Menu 5.10 - log met wijzigingen
Hier kunt u alle eerdere wijzigingen aan het besturings-
systeem uitlezen. Bij elke wijziging worden de datum,
de tijd en het identificatienummer (uniek voor bepaal-
de instellingen) en het nieuwe setpoint gegeven.
BELANGRIJK
Het logboek van wijzigingen wordt bij de herstart op-
geslagen en blijft na de fabrieksinstelling ongewijzigd.
Menu 5.11 - slave-instellingen
De instellingen voor de geïnstalleerde slave-units
kunnen in het submenu worden uitgevoerd.
Menu 5.11.1 - EB101 - 5.11.8 - EB108
Hier voert u de instellingen voor de geïnstalleerde
slave-units in.
Menu 5.11.1.1 - warmtepomp
Hier voert u de instellingen voor het geïnstalleerde
slave-unit in. De beschikbare instellingen vindt u in
de montagehandleiding van het geïnstalleerde sla-
ve-unit.
Fabrieksinstelling:
Menu 5.11.1.2 - laadpomp (gp12)
bedrijfsmodus
Verwarming/koeling
Instellingsbereik: auto/interval
Fabrieksinstelling: auto
Hier wordt de bedrijfsmodus voor de aanvoerpomp ingesteld.
auto: De aanvoerpomp werkt volgens de huidige be-
drijfsmodus van de controller.
interval: De aanvoerpomp schakelt 20 seconden voor
en na de compressor in de warmtepomp aan en uit.
snelheid tijdens bedrijf
verwarming, warm water, zwembad, koeling
Instellingsbereik: auto / handmatig
Fabrieksinstelling: auto
SHK 200S
SHK 200S-6
Fabrieksinstelling:
Met dit menu kunt u de snelheid instellen waarmee
de GP10-circulatiepomp in de huidige bedrijfsmodus
moet werken. In de "auto"-modus wordt het toerental
van de aanvoerpomp automatisch aangepast om op-
timale prestaties te garanderen.
In de "auto"-modus kunt u de "toegestane maximumsnel-
heid" ook zo instellen dat de aanvoerpomp wordt beperkt en
niet met een hoger toerental dan het setpoint mag draaien.
Bij handmatige bediening van de aanvoerpomp moet
de optie "auto" voor de actuele bedrijfsmodus worden
gedeactiveerd en de waarde tussen 1 en 100% worden
ingesteld (de eerder ingestelde waarde voor "toegesta-
ne maximumsnelheid" is niet meer van toepassing).
In dit menu kunt u de maximale en minimale toeren-
tallen van de circulatiepomp instellen. De instellingen
zijn afhankelijk van de CV-systeem.
BELANGRIJK
Wijzigingen in de instellingen in menu 5.11 mogen al-
leen door gekwalificeerd personeel worden bewerkt.
Ondanks de instellingen voor de koelmodus is de
koeling niet actief. Om de koeling te activeren, zie
"Koelinstellingen".
5.12 - land
Hier wordt de plaats van installatie van het product
gekozen. Dit geeft u toegang tot de landspecifieke
productinstellingen.
De taalinstellingen kunnen onafhankelijk van deze
selectie worden ingesteld.
BELANGRIJK
Deze optie is na 24 uur vergrendeld, waardoor het dis-
play opnieuw wordt opgestart of het programma wordt
bijgewerkt.
Hoofdstuk 9 |
Controle
55