De leiding monteren
Sluit de meegeleverde leiding aan.
Luchtinlaatzijde
-
Bevestig de leiding en de flens aan inlaatzijde (ter plaatse te
voorzien).
-
Sluit de flens aan op de hoofdunit met de
accessoireschroeven (7).
-
Wikkel de flens aan inlaatzijde en het
leidingaansluitingsgedeelte in met aluminiumtape of iets
dergelijks om te voorkomen dat er lucht ontsnapt.
Wanneer u een leiding bevestigt aan de inlaatzijde, moet u een
luchtfilter plaatsen in de luchtdoorgang aan de inlaatzijde.
(Gebruik een luchtfilter met een stofopvangefficiëntie van
minstens 50% in een gravimetrische techniek.)
De aanwezige filter wordt niet gebruikt wanneer de
inlaatleiding bevestigd is.
Flens
(Lokale levering)
Verbindingsschroef (7)
(accessoire)
Aluminiumtape
(Lokale levering)
Luchtinlaatzijde
Luchtuitlaatzijde
-
Sluit de leiding aan in overeenstemming met de lucht in
de flens aan uitlaatzijde.
-
Wikkel de flens aan uitlaatzijde en het
leidingaansluitingsgedeelte in met aluminiumtape of iets
dergelijks om te voorkomen dat er lucht ontsnapt.
-
Isoleer de leiding om condensatievorming te voorkomen.
(Materiaal: glaswol of polyethyleenschuim, 25 mm dik)
-
Gebruik elektrische isolatie tussen de leiding en de
muur wanneer u metalen leidingen gebruikt om metalen
latten van het net of hek of metalen platen in houten
gebouwen door te steken.
-
Leg zeker aan uw klant uit hoe hij het ter plaatse voorziene
materiaal (luchtfilter, rooster (zowel het luchtuitlaat- als het
aanzuigrooster) enz.) moet onderhouden.
Isolatiemateriaal
Flens
Hoofdunit
(Lokale levering)
Aluminiumtape
(Lokale levering)
Luchtuitlaatzijde
De koelleidingen aansluiten
Voor het koelmiddelleidingwerk van de buitenunit dient u de
montagehandleiding te raadplegen die bij de buitenunit is geleverd.
Breng aan beide zijden van zowel de gas- als de vloeistofleidingen
het thermische isolatiemateriaal aan. Anders kan er soms water gaan
lekken.
Controleer, voordat de leidingen worden aangelegd, welk type
koelmiddel wordt gebruikt.
De montage moet door een erkende koelmiddelinstallateur
uitgevoerd worden; de keuze van het materiaal en de
montage dienen te voldoen aan de toepasselijke nationale
en internationale voorschriften. In Europa dient norm
EN378 gehanteerd te worden.
Gebruik een pijpsnijder en tromp die geschikt is voor het
gebruikte koelmiddel.
Knijp de leiding dicht of plak deze af met tape om te voorkomen
dat vuil, vloeistof of andere vreemde stoffen de leiding kunnen
binnendringen.
Gebruik alleen naadloze leidingen van koperlegering (ISO 1337).
De buitenunit is gevuld met koelmiddel.
Breng aan beide zijden van zowel de gas- als de vloeistofleidingen
het thermische isolatiemateriaal aan om waterlekkage te
voorkomen.
Gebruik
warmtebestendig is, omdat bij gebruik van een warmtepomp de
temperatuur van de gasleiding kan oplopen tot ongeveer 120°C.
Gebruik bij het aansluiten of losmaken van de leidingen aan/van
het toestel altijd een moersleutel en een momentsleutel.
1
Momentsleutel
2
Moersleutel
3
Verbinding van de leidingen
4
Voor verbrede uiteinden bedoelde moer
Meng alleen het vermelde koelmiddel in het koelmiddelcircuit en
niets anders, dus geen lucht enz.
Gebruik alleen uitgegloeid materiaal voor trompverbindingen.
Raadpleeg
Tabel 1
voor de afmetingen van de optrompbout en
het geschikte draaimoment. (Overmatig aanspannen kan de
wartel beschadigen en lekken veroorzaken.)
Tabel 1
Leiding-
Aanhaalmoment
diameter
(N•m)
Ø6,4
15~17
Ø9,5
33~39
Ø12,7
50~60
Ø15,9
63~75
Wanneer u de flaremoer bevestigt, smeert u eerst de binnenkant
van de flare in met ether- of esterolie en draait u ze vervolgens
met de hand 3 of 4 slagen vast, voordat u ze stevig vastschroeft.
Ventileer de omgeving als er koelgas lekt tijdens het werk. Als
koelgas aan vuur wordt blootgesteld, ontstaat er een giftig gas.
Zorg ervoor dat er geen koelgas lekt. Er kan giftig gas vrijkomen
doordat het koelgas binnenshuis lekt en aan de vlammen van
een kamerverwarming, fornuis enz. wordt blootgesteld.
Isoleer ten slotte zoals getoond in de onderstaande afbeeldingen.
isolatiemateriaal
dat
voldoende
1
2
3
4
Flare-afmeting A
(mm)
Flarevorm
8,7~9,1
90° ±2
12,8~13,2
A
16,2~16,6
19,3~19,7
R0.4~0.8
4