Inhoudsopgave
Advertenties
5
Wanneer de airconditioner is gestopt, controleer dan op een
binnenunit of het tweede codenr. van modusnr. 21 is ingesteld
op "02".
Als de airconditioner niet stopt met werken of het tweede
codenr. is niet "02", herhaal stap 4.
Als de buitenunit niet is ingeschakeld, geeft het display op de
afstandsbediening "
" of "
pagina
9). U kunt deze functie echter blijven instellen omdat
deze berichten alleen van toepassing zijn op buitenunits.
Na het instellen van deze functie mag u niet vergeten de
buitenunit in te schakelen voordat u de buitenunit laat
proefdraaien.
Als er een andere foutmelding op het display van de
afstandsbediening verschijnt, raadpleeg dan
pagina 9
en de bedieningshandleiding van de buitenunit.
Controleer het defecte punt.
Als er niets verandert na luchtstroomaanpassing in de
ventilatiebanen,
automatische luchtstroomaanpassing opnieuw uitvoeren.
Neem contact op met uw dealer als er niets verandert
na het uitvoeren van de luchtstroomaanpassing in de
ventilatiebanen, na het proefdraaien van de buitenunit
of wanneer de airconditioner naar een andere locatie
wordt verplaatst.
Als
er
boosterventilatoren,
verwerkingsunit of HRV via leiding worden gebruikt,
mag de automatische luchtstroomaanpassing niet
worden bediend met een afstandsbediening.
Als de ventilatiebanen gewijzigd zijn, voer dan de
instelling van de automatische luchtstroomaanpassing
opnieuw uit zoals hierboven beschreven vanaf stap 3.
De afstandsbediening gebruiken
Controleer op een binnenunit of de tweede code van modusnr. 21 is
ingesteld op "01" (= fabrieksinstelling). Wijzig de tweede code
volgens de externe statische druk van de leiding die moet worden
aangesloten zoals getoond in tabel 2.
NOOT
Het tweede codenr. is standaard ingesteld op "01".
Tabel 2
Modus
Eerste
Tweede
nr.
codenr.
codenr.
01
02
03
04
05
06
07
13 (23)
6
08
09
10
11
12
13
14
15
9
" weer (zie
"Proefdraaien" op
"Proefdraaien" op
moet
u
de
instelling
van
een
buitenlucht-
Externe statische druk (kPa)
ADEQ
35
50
60
71
100
30
30
30
30
40
–
–
–
–
–
30
30
30
30
–
40
40
40
40
40
50
50
50
50
50
60
60
60
60
60
70
70
70
70
70
80
80
80
80
80
90
90
90
90
90
100
100
100
100
100
110
110
110
110
110
120
120
120
120
120
130
130
130
130
130
140
140
140
140
140
150
150
150
150
150
Luchtfiltersignaal instellen
De afstandsbedieningen zijn uitgerust met luchtfiltersignalen van
vloeibaar kristal om aan te geven dat het luchtfilter gereinigd
moet worden.
Wijzig het Tweede codenr. afhankelijk van hoeveel vuil of stof er
in de ruimte is. (Tweede codenr. is af fabriek ingesteld op "01"
voor luchtfiltervervuiling-licht.)
Luchtfiltervervuiling
Instelling
Licht
Zwaar
Geen aanduiding
Besturing met 2 afstandsbedieningen (besturing van
1 binnenunit met 2 afstandsbedieningen)
de
Bij gebruik van 2 afstandsbedieningen dient één afstandsbediening
te worden ingesteld op "HOOFD" en de andere op "HULP".
Proefdraaien
Raadpleeg het deel van
aan de volgende punten en inspecteer na het voltooien van de
installatie" op pagina
Nadat de aanleg van de koelleidingen, de afvoerleidingen en de
elektrische bedrading is voltooid dient u het systeem uit
veiligheid te laten proefdraaien.
1
Open de stopklep van de gasleiding.
2
Open de stopklep van de vloeistofleiding.
3
Zet het verwarmingselement gedurende 6 uur onder stroom.
4
Stel de unit in op koelen met de afstandsbediening en activeer
door op de AAN/UIT-knop te drukken.
5
Druk 4 maal op de knop Inspectie/Proefdraaien en laat de unit
gedurende 3 minuten proefdraaien.
6
Druk op de knop Inspectie/Proefdraaien en laat normaal werken.
7
Controleer
bedieningshandleiding.
125
Als de hoofdvoeding tijdens de werking wordt
NOOT
50
uitgeschakeld zal de unit automatisch herstarten nadat
–
de voeding terug is ingeschakeld.
–
–
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
Displayinterval
Modusnr.
codenr.
±2500 uur
10 (20)
±1250 uur
10 (20)
–
10 (20)
"Besteed tijdens installatie extra aandacht
2.
de
werking
van
de
Eerste
Tweede
codenr.
0
01
0
02
3
02
unit
volgens
de
Advertenties
Inhoudsopgave
