Montage
Gasblok
Beschrijving van het gasblok met MBC...
Beschrijving
De gasblokken met dubbele kleppen Dungs
MBC... dienen voor de voeding en het
afsluiten van de gascirculatie, de filtratie
ervan, de instelling van de druk en het
bewaken van de voeding. Zij kunnen worden
gebruikt voor alle gassen van de families 1,
2, 3 volgens werkblad DVGW G 260/1 of EN
437. De constructie is volgens de norm EN
676. Alle functionele onderdelen zijn
afzonderlijke gecontroleerd en hebben een
CE-label met het nummer van de
aangemelde instantie. De dichtheid van het
gasblok is in de fabriek gecontroleerd.
De installatie en de inbedrijfstelling van de
gasleidingen moet voldoen aan de regels van
de DVGW, met name aan DVGW-TRGI of
TRF.
In de normen DIN 4756 en TRD 412 staan
de definities van de constructie, de uitvoering
en de technische basisbegrippen van de
veiligheid van gasverwarmingsinstallaties.
Voor installaties waarin de werkdrukken
hoger zijn, moet u zich houden aan de
werkbladen DVGW G 460 en G 461.
De gasleidingen moeten voldoen aan de
definities van de normen DVGW- TRGI met
betrekking tot installaties
met werkdrukken tot 100 mbar of
> 100 mbar.
Minimale leveromvang gasblok volgens
EN 676:
• 1 handmatige klep (optie)
• 1 gasfilter
• 1 dubbele gasklep
• 1 min. gasdrukbewaker
• 1 apparaat voor afdichtingscontrole of 1
gasdrukbewaker voor de
afdichtingscontrole van de klep
Opties:
• Handmatige klep
• Testbrander met indrukkraan
• Manometer met indrukkraan
• Compensator
• Max. gasdrukbewaker
• Gasmeter
• Onderdelen van leidingen en aansluiting
• Voorziening voor ontsteking op gas
• Montagesteunen
• Hogedrukregeaar met veiligheidsstopklep
(SAV)
• Stabilisatiesectie met drukleidingen voor
hogedrukregelaar
• Veiligheidsontlastklep (SBV)
• Extra veiligheidsafsluiter gas
30
Gasblok met MBC
Technische gegevens:
Gastypes:
Gastypes families 1, 2, 3 volgens werkblad
DVGW G 260/1
Max. ingangsdruk:
MBC300-1200: 360 mbar
MBC1900-7000: 500 mbar
Elektrische aansluiting: AC 220-240 V,
50 Hz
Beschermingsindex: IP 54
Omgevingstemperatuur:
-15 °C tot +60 °C
Lagedruk of hogedruk gasblokken
Als de uitgang van de regelaar of de diverse
kleppen en verbindingen stroomopwaarts
van de gasdrukregelaar niet zijn ontworpen
in functie van de maximaal mogelijke
voedingsdruk in geval van een storing, dan
moet het gasblok zijn uitgerust met een
veiligheidsstopklep (SAV) en een
veiligheidsontlastklep (SBV) conform de
norm EN 676. Deze apparatuur is in het
algemeen noodzakelijk voor maximale
voedingsdrukken >360 mbar of >500 mbar.
Dit noemt men hogedruk gascircuits. Als het
complete gasblok en alle apparatuur zijn
ontworpen of goedgekeurd in functie van de
maximaal mogelijke voedingsdruk in geval
van een storing, dan spreekt men van een
lagedruk gascircuit. Dit is het geval,
afhankelijk van de keuze van de
componenten, bij maximale
voedingsdrukken van 360 of 500 mbar.
02/2018 - Art. Nr. 4200 1087 2100B
Keuze van het gasvoedingstoestel
Het gasblok is specifiek bepaald in functie
van de installatie.
Hierbij moet worden gelet op de volgende
factoren:
• Brandervermogen
• Tegendruk van de verbrandingsruimte
• Gasdrukverlies van de branderkop
• Gasdrukverliezen van de gasblokken
Het totale gasdrukverlies moet altijd kleiner
zijn dan de beschikbare druk van de
gasstroom.
Onder voorbehoud van wijzigingen die
een technische vooruitgang betekenen.
Montage van het gasblok
De (geleverde) schroefkoppelingen en
afdichtingen die hiervoor bestemd zijn
moeten gebruikt worden voor de montage
van het op de brander geleverde gasblok.
Let op: Om het risico op verwonding te
voorkomen, mogen zware onderdelen van
het gasblok alleen gemonteerd worden met
behulp van bijbehorende hijsvoorzieningen
(kraan, stroppen, montagesteunen). De
maximale aantrekkoppels moeten
aangehouden worden (zie hoofdstuk
Montage/Aantrekkoppels). De
schroefkoppelingen moeten kruiselings en
gelijkmatig vastgezet worden. Controleer de
afdichting van de schroefkoppeling! U vindt
andere informatie in het hoofdstuk
Inbedrijfstelling van de gasaansluiting.
Mechanische ondersteuning
Tijdens en na de montagewerkzaamheden
van het gasblok, is het noodzakelijk het
mechanisch te ondersteunen met behulp van
ten minste één telescoopvoet of een
gelijkwaardig systeem (bijvoorbeeld één bij
het filter en één bij de klep).