Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inspanning; Info Eig. Tonen; Noodinfo - Scubapro Galileo 2 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

2 .9 .5

Inspanning

De decompressieberekeningen zijn geba-
seerd op het transport van stikstof vanuit
de longen naar respectievelijk het bloed en
de weefsels (de opname) en andersom (de
afgifte). Het zal dan ook duidelijk zijn dat
de belangrijkste parameter in een decom-
pressieberekening de snelheid is waarmee
het bloed zich door het lichaam verplaatst.
Als u zich zwaar inspant, kan de totale
bloeddoorstroming vanuit het hart vier keer
sneller gaan dan in rusttoestand. Maar het
bloed wordt door deze snellere doorstro-
ming ongelijkmatig verdeeld. Sommige
weefsels als het centrale zenuwstelsel en
de hersenen merken hier niets van, maar
andere zoals de spieren krijgen 10 maal
meer bloed dan in rusttoestand.
De G2 schat de inspanning op basis van
hartslag of veranderingen in het ademha-
lingspatroon, waarna de decompressiebe-
rekening in het ZH-L16 ADT-model over-
eenkomstig wordt aangepast. In dit menu
kunt u het inspanningsniveau selecteren of
het inschatten van de inspanning uitscha-
kelen, In het laatste geval werkt de G2 zo-
als de SCUBAPRO duikcomputers die niet
beschikken over een hartslagmeter of niet
luchtgeïntegreerd zijn.
SCUBAPRO adviseert om de inspannings-
en hartslagfuncties altijd te gebruiken,
zeker tijdens technische duiken. Als de duik
verloopt zoals gepland, verandert er niets
aan het decompressieschema. Maar als u
zich meer heeft moeten inspannen, wordt
de decompressietijd aangepast.
Het adaptief algoritme houdt in de
berekening ook rekening met de water- of
huidtemperatuur (alleen bij gebruik van de
gepatenteerde SCUBAPRO hartslagband)
en de vorming van microbellen.
44
Om de hartslagfunctie van de G2 te
activeren gaat u naar het menu 9.5
Inspanning, selecteert u Hartslag en drukt
u op de rechterknop om de wijzigingen op
te slaan. In dit menu kunt u ook de limieten
van uw hartslag (max. 140 tot 220 bpm en
min. 60 tot 120 bpm) instellen en meting
van de huidtemperatuur in- of uitschakelen.
2 .9 .6

Info eig. tonen

De gegevens van de eigenaar in dit menu
kunnen alleen worden ingevoerd met
behulp van de LogTRAK-software.
Onder Interfaces voor de G2 en een
inleiding tot LogTRAK leest u hoe de
gegevens van de eigenaar in de G2 worden
opgeslagen.
2 .9 .7

Noodinfo

De noodinfo in dit menu kan alleen worden
ingevoerd met behulp van de LogTRAK-
software.
Onder Interfaces voor de G2 en een
inleiding tot LogTRAK leest u hoe
noodinfo in de G2 wordt opgeslagen.
GEBRUIKERSHANDLEIDING GALILEO 2 (G2)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

G2

Inhoudsopgave