1.4
Condensatoren
Steek de condensatoren in de overeenkomstig gekenmerkte boringen, buig
de draden iets uit elkaar en soldeer ze netjes met de printbanen. Bij de
elektrolyt- condensatoren (elco's) moet u op de polariteit letten (+ -).
Let op!
Afhankelijk van het fabrikaat staan er op de elco's verschillende
polariteitkenmerken. Sommige fabrikanten geven "+" aan, anderen
echter "-". Doorslaggevend is de aanduiding van de polariteit, zoals
die door de fabrikant op de elco gedrukt is.
C1 =
0,1 µF = 100 nF = 100 000 pF = 104 keramische condensator
C2 = 100 µF
16 Volt
C3 =
0,1 µF = 100 nF = 100 000 pF = 104 keramische condensator
-
+
Elkos
1.5
IC-fittingen
Steek nu de fittingen voor de geïntegreerde schakelcircuits in de des-
betreffende posities op de onderdelenkant van de printplaat.
LET OP!
Inkerving of een ander kenmerk aan de fitting in acht nemen. Dit is
de markering (aansluiting 1) voor de IC's die later ingezet worden.
Om te voorkomen dat bij het omdraaien van de printplaat (voor het
solderen) de fitting er uit valt, worden twee schuin tegenover
liggende pinnen van de fitting omgebogen en daarna alle aan-
sluitingen gesoldeerd.
16
elco
2 x IC-fitting 16-polig
1.6
Trimpotentiometer
Soldeer nu de trimpotentiometer in de schakeling.
P 1 = 1 M (loopsnelheid)
1.7
Soldeerstiften
Druk nu de 13 soldeerstiften met behulp van een vlakke tang vanuit de
opdrukkant in de gaatjes. Aansluitend worden de stiften op de printbaankant
gesoldeerd.
1.8
Transistors
In deze werkfase worden de transistors overeenkomend met de opdruk
geplaatst en op de printbaankant gesoldeerd.
Let op de positie: de behuizingsomtrek van de transistors moeten overeen-
komen met de onderdelenopdruk. Oriënteer hierbij aan de afgevlakte kant
van de transistors. De aansluitpootjes mogen zich beslist niet kruisen,
bovendien moet het onderdeel met ca. 5 mm afstand tot de printplaat
gesoldeerd worden.
1 x IC-fitting 14 polig
17