Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Conrad 19 73 27 Gebruiksaanwijzing pagina 8

Inhoudsopgave

Advertenties

6.
Let er op, dat het zojuist gesoldeerde onderdeel, nadat u de soldeer-
bout weggenomen heeft, ca. 5 sec niet aangeraakt wordt. Er blijft dan
een zilverig glanzende, perfecte soldeerplek over.
7.
Voorwaarde voor een perfecte soldeerplek en goed solderen is een
schone, niet geoxideerde soldeerpunt. Want met een vuile soldeerpunt
is het absoluut onmogelijk schoon te solderen. Verwijder daarom elke
keer nadat u gesoldeerd heeft overtollig soldeer en vuil met een
vochtige spons of een siliconenstripper.
8.
Na het solderen worden de aansluitdraden direct boven de soldeerplek
afgeknipt met een kantknipper.
9.
Bij het solderen van halfgeleiders, LED's en IC's dient u er speciaal op
te letten dat de soldeertijd van 5 sec niet overschreden wordt, omdat
anders het onderdeel vernield wordt. U dient bij deze componenten
eveneens op de juiste polariteit te letten.
10.
Na het opbouwen controleert u principieel elke schakeling nogmaals
om te zien of alle componenten er juist ingezet en gepoold zijn.
Controleer ook, of er niet per ongeluk aansluitingen of printbanen met
tin overbrugd zijn. Dat leidt niet alleen tot niet goed functioneren, maar
kan ook leiden tot het vernielen van dure onderdelen.
11.
Let er op, dat verkeerde soldeerplekken, verkeerde aansluitingen,
foutieve bediening en fouten in het aanbrengen van onderdelen buiten
onze invloedsfeer liggen.
1. Bouwstap I:
Montage van de onderdelen op de printplaat
1.1
Weerstanden
Eerst worden de aansluitdraden van de weerstanden in overeenstemming
met de rastermaat rechthoekig gebogen en in de daarvoor aangebrachte
openingen (volgens onderdelenschema) gestoken. Opdat de componenten
bij het omdraaien van de printplaat er niet uit kunnen vallen, buigt u de aan-
sluitdraden van de weerstanden ca. 45° uit elkaar en soldeert u ze daarna
zorgvuldig met de printbanen aan de achterkant van de printplaat
Aansluitend worden de uitstekende draden afgeknipt.
14
R1
=
47 k
geel, violet, oranje
R2
= 470 k
geel, violet, geel
R3
= 10 k
bruin, zwart, oranje
R4
= 10 k
bruin, zwart, oranje
R5 ..R14
= 2 k 2
rood, rood, rood
R15
= 4 k 7
geel, violet, rood
1.2
Draadbrug
Soldeer nu de draadbrug. Als draadbrug kunt u een draadstukje van de
afgeknipte weerstanden gebruiken.
Op de onderdelenopdruk wordt de brug als een dikke streep tussen twee
boorgaten gekenmerkt.
BRUG = draadbrug
1.3
Diode
Nu worden de aansluitdraden van de diode in overeenstemming met de
rastermaat rechthoekig omgebogen en in de daarvoor aangebrachte ope-
ningen (volgens onderdelenschema) gestoken. Let er hierbij beslist op, dat
de diode met de juiste poling (positie van de streep op de kathode) inge-
bouwd wordt.
Opdat de diode bij het omdraaien van de printplaat er niet uit kan vallen,
buigt u de aansluitdraden ca. 45° uit elkaar en soldeert u ze met een korte
soldeertijd met de printbanen.. Aansluitend worden de uitstekende draden
afgeknipt.
D1 = 1 N 4148
universele siliciumdiode
A
K
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave