Onderdelenschema
22
2. Bouwfase II: onderdelencontrole/
aansluiting/ingebruikneming
2.1 Controle door degene die het apparaat in elkaar gezet heeft!
Nadat het apparaat opgebouwd is, moet er als eerste een controle plaats-
vinden. De bedoeling hiervan is, gevaren door schade aan materialen en
door onvakkundig in elkaar zetten te onderkennen.
Controle op het oog
Bij de controle op het oog mag het apparaat niet met de stroomvoorziening
verbonden zijn.
Controleer nogmaals, of alle componenten er op de juiste wijze ingezet zijn
met de juiste poling. Controleer aan de soldeerkant (printbaankant), of er
door soldeerresten printbanen overbrugd zijn, omdat dit tot kortsluiting en
vernieling van onderdelen kan leiden.
Verder dient u te controleren, of afgeknipte uiteinden van draden op of onder
de printplaat liggen, omdat dit eveneens tot kortsluiting kan leiden.
Eventuele gebreken dienen verholpen te worden!
Aansluiting/ingebruikneming
2.2 Na de controle kan een eerste functietest uitgevoerd worden.
Let er op, dat dit bouwpakket alleen van gezeefde gelijkspanning uit
een netvoeding of met een accu/ batterij voorzien mag worden.
Deze spanningsbron moet ook de benodigde stroom kunnen leveren.
Autoladers of speelgoedtreintrafo's zijn hierbij als spanningsbron
niet geschikt en leiden tot beschadiging van onderdelen resp. tot
het niet functioneren van de module.
LEVENSGEVAAR!
Als u een netvoeding als spanningsbron gebruikt, dan moet deze
beslist voldoen aan de VDE-voorschriften!
2.3 Sluit nu een voedingsspanning (gelijkspanning) aan van ca. 12 V, met de
juiste polariteit op de "+12V" en "-" gekenmerkte soldeerstiften.
2.4 Er moet nu een heen en weer lopende lichtpunt te zien zijn, waarvan u de
snelheid via de trimpotentiometer P1 kunt instellen.
23