Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Transponeren; Een Eigen Stemming Instellen; De Metronoom; De Bpm-Rate Instellen - Behringer RACKTUNER BTR2000 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

11
RACKTUNER BTR2000 Gebruiksaanwijzing
Wanneer de gespeelde toon te instabiel of te zacht is, is het
niet mogelijk om automatisch te kalibreren.
5.
Druk, als de toon voldoet en de uitlezing in de LED-
reeks stabiel is, de TRANSPOSE/REF-knop kort in. De
BTR2000 slaat een kamertoon 'A' op die past bij de zojuist
gespeelde toon. De frequentie van de toon 'A' wordt op het
display weergegeven.
6.
Druk vervolgens de TRANSPOSE/REF-knop lang in om het
kalibreren af te sluiten. Als je de knop kort indrukt, wordt het
kalibreerproces opnieuw gestart.
7.
Als de ingestelde kamertoon 'A' anders is dan 440 Hz, brandt de
≠440-LED boven de TRANSPOSE/REF-knop.
Druk, om de frequentie van de opgeslagen kamertoon 'A' te wijzigen,
de TRANSPOSE/REF-knop tenminste een seconde in en stel vervolgens
de frequentie met de draaiknop in.

4.4 Transponeren

Voor bepaalde toepassingen kan het zinvol zijn om het instrument
enkele halver tonen te 'verstemmen'.
Met de BTR2000 kun je deze transponering zowel gemakkelijk als
nauwkeurig uitvoeren.
1.
Druk de TRANSPOSE/REF-knop kort in. De TRANSP-LED knippert en
op het display wordt de op dat moment ingestelde transponering
(0 , wanneer geen transponering ingesteld is) weergegeven.
2.
Met de draaiknop kan een transponering tot maximaal 7 halve
tonen hoger of lager uitgevoerd worden. Op het display kun je
zien hoeveel halve tonen een niet getransponeerd instrument
te hoog ( 1 , 2, ..., 7) of te laag (-1, -2, ..., -7) gestemd
is,in vergelijking met de anders ingestelde BTR2000.
3.
Druk nogmaals op de TRANSPOSE/REF-knop om dit
menu te sluiten.
4.
Wanneer een transponering ingesteld is, brandt de TRANSP-LED
boven de TRANSPOSE/REF-knop.
De transponeringwaarde blijft opgeslagen, ook nadat de
BTR2000 wordt uitgeschakeld.
Druk, om de transponering uit te schakelen, op de TRANSPOSE/REF-
knop en draai vervolgens de draaiknop net zolang tot op het display een
verlaging/verhoging van 0 wordt weergegeven. De TRANSP-LED dooft.

4.5 Een eigen stemming instellen

Het onderwerp 'stemming' is niet alleen interessant, maar ook
omvangrijk. Er is veel wetenschappelijk onderzoek op dit gebied
gedaan en de kennis uit deze onderzoeken kun jij gebruiken om de
bijzonderheden van een instrument of muziekstuk uit te buiten.
Deze handleiding is echter niet de plaats om dit onderwerp ver uit
te diepen. Meer informatie erover kun je vinden op onze homepage:
behringer.de (behringer.com).
Voor je verdergaat met de fijnstemming, moet je je
instrument eerst stemmen op de manier zoals beschreven
is in hoofdstuk 4.1.
1.
Druk, om de schaalverdeling van de LED-reeks om te schakelen,
de MODE/FINE-knop lang in. Als je de uitlezing '± 10 Cent'
gekozen hebt, brandt de FINE-LED boven de MODE/FINE-knop.
2.
Stem je instrument op de manier zoals beschreven is in hoofdstuk
4.1. Daarbij kun je de miniemmste afwijkingen van de gewenste
toon met behulp van de LED-reeks zien en bewust instellen.

5. De metronoom

Je kunt de geïntegreerde metronoom van de BTR2000 instellen
tussen 30 beats per minuut (BPM) en 240 BPM. In principe kun je
daarmee op twee verschillende manieren te werk gaan:
Je kunt vooraf een snelheid instellen (bijvoorbeeld 60 BPM).
De BTR2000 past zich aan een door jou aangegeven tem po aan.
Om met de metronoom te kunnen werken, moet de
metronoommodus van de BTR2000 geactiveerd zijn:
1.
Druk de SOUND/METRONOME-knop 2 seconden in.
2.
De metronoom functie is geselecteerd wanneer wanneer de
METR-LED boven de knop brandt.
3.
Druk kort op INPUT SELECT om de klik en de optische uitlezing
van de metronoom te starten.
De laatste instellingen van de metronoom - BPM,
grafische aanduiding, volume van de klik, MUTE - blijven
opgeslagen, ook nadat de BTR2000 wordt uitgeschakeld.

5.1 De BPM-rate instellen

1.
Activeer de metronoommodus van je BTR2000
(SOUND/METRONOME-knop 2 seconden indrukken).
2.
De ingestelde BPM-rate wordt op het display weergegeven.
3.
Stel vervolgens de gewenste BPM-rate met behulp van de
draaiknop in.
4.
Druk de INPUT SELECT-knop kort in. De metronoom
wordt gestart.
5.
De ingestelde snelheid wordt op het display weergegeven en
optisch en akoestisch weergegeven.

5.2 De TAP-functie gebruiken

1.
Activeer de metronoommodus van je BTR2000
(SOUND/METRONOME-knop 2 seconden indrukken).
2.
Druk de TAP-knop tenminste 4 keer in het gewenste tempo
in. Tijdens de invoer wordt op het display de melding tap
weergegeven.
3.
De metronoom van de BTR2000 neemt het tempo over en geeft
de BPM-rate op het display weer.
Als je de TAP-knop minder dan vier keer achter elkaar
indrukt, springt de metronoom na 2 seconden automatisch
terug naar de laatst ingestelde waarde.
4.
Zonodig kun je achteraf de BPM-rate nog met de
draaiknop aanpassen.
5.
Druk de INPUT SELECT-knop kort in. De metronoom
wordt gestart.
6.
De door jou gebruikte snelheid wordt optisch en
akoestisch weergegeven.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave