10
RACKTUNER BTR2000 Gebruiksaanwijzing
Open E (o-E)
De losse snaren worden zo gestemd dat ze een E-dur-akkoord
weergeven. (E - G
- E - G
- B - E)
#
#
Open G (o-G)
Alle losse snaren samen vormen een G-dur-akkoord. Een goede variant
hierop is de stemming:
G - B - D - G - B - D. Omdat de spanning van de laagste snaar bij deze
variant erg hoog is, kunnen de snaren ook als volgt gestemd worden:
D - B - D - G - B - D
De namen van de noten op het display worden als volgt weergegeven:
Tabel 4.1: weergave op het display van de namen van de noten
4.3 Het stemapparaat kalibreren
Om je bij het stemmen van je instrument alle vrijheid te bieden,
kun je de vooraf ingestelde kamertoon 'A' wijzigen.
De kamertoon 'A' van de BTR2000 is in de fabriek ingesteld op 440 Hz.
Als je bijvoorbeeld met een orkest wilt spelen dat de kamertoon 'A' op
444 Hz stemt, heb je een functie nodig waarmee je de frequentie van
de toon 'A' kunt veranderen.
◊
De kalibratiewaarde blijft opgeslagen, ook nadat de
BTR2000 wordt uitgeschakeld.
4.3.1 Handmatig kalibreren
Je kunt de kamertoon 'A' in het bedieningsveld van de BTR2000 op
een bepaalde frequentie instellen.
1.
Druk de TRANSPOSE/REF-knop tenminste twee seconden in.
De ≠440-LED knippert. Op het display wordt de op dit moment
ingestelde frequentie voor de kamertoon 'A', bijvoorbeeld
440 weergegeven.
2.
Met de draaiknop kun je vervolgens de kamertoon 'A' maximaal
12 Hz verhogen of verlagen.
3.
Druk vervolgens de TRANSPOSE/REF-knop nogmaals tenminste
twee seconden in om de ingestelde frequentie voor de
kamertoon 'A' op te slaan. De frequentiuitlezing dooft en de
≠440-LED stopt met knipperen.
4.
Als de ingestelde kamertoon 'A' anders is dan 440 Hz, brandt de
≠440-LED boven de TRANSPOSE/REF-knop.
Open A (o-A)
Alleen de tonen van een A-dur-akkoord worden herkend.
(E - A - C
DADGAD (dad)
In deze modus worden de volgende tonen herkend: D - A - D - G - A - D.
◊
C
#
b
C
/D
D
#
b
D
/E
E
F
#
b
F
/G
G
#
b
G
/A
A
#
b
A
/B
B
4.3.2 Automatisch kalibreren
De BTR2000 herkent een op een aangesloten instrument gespeelde
of via de geïntegreerde microfoon ontvangen toon. De daarbij
behorende 'A' wordt bepaald en opgeslagen.
◊
1.
2.
3.
4.
- A - C
- E)
#
#
De ingestelde tunermodus blijft opgeslagen, ook nadat de
BTR2000 wordt uitgeschakeld.
C
#
b
C
/D
D
#
b
D
/E
E
F
#
b
F
/G
G
#
b
G
/A
A
#
b
A
/B
B
Voor automatisch kalibreren kun je elke willekeurige
toon gebruiken.
Sluit je instrument op een ingang van de BTR2000 aan. Je kunt
ook de geïntegreerde microfoon gebruiken (INPUT 2 selecteren
en de MUTE-knop indrukken).
Druk de TRANSPOSE/REF-knop tenminste twee seconden in.
Op het display wordt de op dat moment ingestelde frequentie
voor de kamertoon 'A' weergegeven en de ≠440-LED boven de
knop knippert tijdens het gehele proces.
Draai de frequentie met behulp van de draaiknop zo ver
mogelijk omlaag (naar links). Nadat de laagst mogelijke
frequentie voor de kamertoon 'A' (428 Hz) weergegeven is,
wordt de melding auT weergegeven; de automatische
kalibrering is nu geactiveerd en het apparaat wacht op
een ingangsfrequentie.
Speel een toon. Op het display wordt de naam van de toon
weergegeven die de gespeelde toon het dichtst benadert. De LED-
reeks duidt de afwijking ten opzichte van de weergegeven toon
aan. Als het resultaat onvoldoende is, kun je de toon opnieuw
spelen. Druk de TRANSPOSE/REF-knop lang in om het kalibreren
te stoppen.