3
. . In bedrijf stellen
3.1
Over het inbedrijfstellen
Handleiding versie 3.0 (17-12-2014)
De procedure voor het inbedrijfstellen moet worden
uitgevoerd in de volgende situaties:
•
eenmalig wanneer het toestel na het installeren in gebruik
wordt genomen;
•
iedere keer nadat er onderhoud of service-werkzaamhe-
den aan het toestel zijn verricht;
•
iedere keer wanneer het toestel weer in gebruik wordt
genomen nadat het voor langere tijd buiten bedrijf is
gesteld.
De procedure - alle controles inbegrepen- moet volledig en in
de beschreven volgorde worden uitgevoerd.
Maak uzelf voor u begint vertrouwd met de bediening en de
werking van het toestel.
3.1.1 Veiligheidsaanwijzingen
Waarschuwing:
w
Het toestel mag alleen in bedrijf worden
gesteld door technisch gekwalificeerd perso-
neel.
Waarschuwing:
w
Vóór u begint: lees de veiligheidsaanwijzin-
gen.
Zie ook:
1.7.1 "Veiligheid bij installatie, onderhoud en service", pagina 11
1.6.2 "Vereiste vaardigheden", pagina 9
nl
nl-31