4 Installeren
4.6.2 Aarding
Om elektromagnetische compatibiliteit (EMC) te realiseren, dienen onderstaande basisprincipes in acht te worden genomen bij het
installeren van een frequentieomvormer.
•
Veiligheidsaarding: denk eraan dat de frequentieomvormer een hoge lekstroom heeft en om veiligheidsredenen op degelijke wijze geaard moet
worden. Volg de lokale veiligheidsvoorschriften op.
•
Hoogspanningsaarding: houd de verbindingskabels zo kort mogelijk.
Sluit de verschillende aardingssystemen aan met de laagst mogelijke geleiderweerstand. De laagste geleiderweerstand wordt verkregen door de geleider
zo kort mogelijk te houden en een zo groot mogelijk oppervlak te gebruiken.
De metalen kasten van de verschillende systemen zijn gemonteerd op de achterplaat van de kast met de laagste mogelijke impedantie. Hiermee worden
4
verschillende HF-spanningen op de afzonderlijke systemen vermeden en wordt het risico van interferentie in de verbindingskabels tussen de systemen
voorkomen. Zo wordt interferentie geminimaliseerd.
Voor een zo laag mogelijke HF-impedantie moeten de bevestigingsbouten van het systeem als HF-aansluitpunt op de achterplaat worden gebruikt.
Verwijder eventuele isolerende verf of soortgelijk materiaal van de bevestigingspunten.
4.6.3 Extra beveiliging (RCD)
Als extra beveiliging kunnen aardlekschakelaars of (meervoudige) aarding worden toegepast, op voorwaarde dat de installatie voldoet aan de lokale
veiligheidsvoorschriften.
Een aardingsfout kan in de ontladingsstroom een gelijkstroomcomponent veroorzaken.
Bij gebruik van aardlekschakelaars moeten deze voldoen aan de lokale voorschriften. De relais dienen geschikt te zijn om 3-fasen apparatuur met een
bruggelijkrichter en een korte ontladingsstroom bij het inschakelen te beschermen.
Speciale omstandigheden
Zie ook
4.6.4 RFI-schakelaar:
Netvoeding geïsoleerd van aarde
Als de frequentieomvormer stroom ontvangt via een geïsoleerde netbron (IT-net, driehoekschakeling (zwevend of één zijde geaard)) of TT/TN-S met
één zijde geaard, wordt aanbevolen de RFI-schakelaar uit te schakelen (Uit)
filter. Zie IEC 364-3 voor meer informatie. Als optimale EMC-prestaties nodig zijn, parallelle motoren zijn aangesloten of de motorkabel langer is dan 25
m wordt aanbevolen om Par. 14-50
1) Niet beschikbaar voor 525-600/690 V-frequentieomvormers met framegrootte D, E en F.
In de uitstand worden de interne RFI-capaciteiten (filtercondensatoren) tussen het chassis en de tussenkring uitgeschakeld om beschadiging van de
tussenkring te voorkomen en de aardcapaciteitsstromen te reduceren (volgens IEC 61800-3).
Zie ook de toepassingsnotitie
kan worden gebruikt (IEC 61557-8).
56
in de Design Guide.
RFI Filter
Aan
in te stellen op
.
VLT on IT mains, MN.90.CX.02
Het is belangrijk om isolatiebewaking toe te passen die samen met vermogenselektronica
MG.16.A1.18 – VLT
VLT HVAC Low Harmonic Drive Bedienings-
1)
RFI Filter
via Par. 14-50
op de omvormer en Par. 14-50
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
handleiding
RFI Filter
op het