Elk overgedragen teken begint met een startbit. Dan volgen 8 databits, dat wil zeggen één byte. Ieder teken wordt gegeven via een pariteitsbit die is
ingesteld op '1' wanneer er een even pariteit is (dat wil zeggen een even aantal binaire enen in de 8 databits en de pariteitsbit samen). Het teken eindigt
met een stopbit en bestaat in totaal dus uit 11 bits.
7.4.2 Telegramstructuur
7
Ieder telegram begint met een startteken (STX) = 02 hex, gevolgd door een byte die de telegramlengte aangeeft (LGE) en een byte die het adres (ADR)
van de frequentieomvormer geeft. Dan volgt een aantal databytes (variabel, afhankelijk van het telegramtype). Het telegram eindigt met een datastuur-
byte (BCC).
7.4.3 Telegramlengte (LGE)
De telegramlengte is het aantal databytes plus de adresbyte ADR en de datastuurbyte BCC.
Telegrammen met 4 databytes hebben een lengte van
Telegrammen met 12 databytes hebben een lengte van
Telegrammen die tekst bevatten, hebben een lengte van
1) De 10 staat voor de vaste tekens, terwijl 'n' variabel is (afhankelijk van de lengte van de tekst).