4.
Controleer de geschatte inktniveaus om te bepalen of de inkt van de cartridges bijna op is.
Zie
De geschatte inktniveaus controleren op pagina 58
vervangen als de inkt bijna op is.
5.
Cartridges uitlijnen.
De cartridges uitlijnen
a.
Leg ongebruikt, normaal wit papier van Letter- of A4-formaat in de papierlade.
b.
Open het printersoftware. Zie
informatie.
c.
Klik in de printersoftware op Afdrukken en scannen en dan op Uw printer onderhouden om de
printerwerkset te openen.
De printerwerkset verschijnt.
d.
Klik op Cartridges uitlijnen op het tabblad Afdrukservices.
De printer drukt een uitlijningspagina af.
e.
Lijn de cartridges uit aan de hand van de instructies op het scherm. U kunt de uitlijningspagina
later opnieuw gebruiken of weggooien.
6.
Druk een diagnostiekpagina af als de inkt van de cartridges niet bijna op is.
Een diagnostiekpagina afdrukken
a.
Leg ongebruikt, normaal wit papier van Letter- of A4-formaat in de papierlade.
b.
Open het printersoftware. Zie
informatie.
c.
Klik in de printersoftware op Afdrukken en scannen en dan op Uw printer onderhouden om de
printerwerkset te openen.
d.
Klik op Diagnostische informatie afdrukken in het tabblad Apparaatrapporten om een
diagnosepagina af te drukken.
NLWW
voor meer informatie. Overweeg de cartridges te
De HP printersoftware openen (Windows) op pagina 40
De HP printersoftware openen (Windows) op pagina 40
voor meer
voor meer
Hulp in deze handleiding
97