14 Elektrische installatie
Ø
Ø
i
i
Ø
Ø
p
p
t
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve vochtigheid
meer dan 80% bedraagt, moet het isolatiemateriaal minstens 20 mm
dik zijn om condensatie op het oppervlak van de isolatie te
voorkomen.
13.2
Koelmiddelleiding aansluiten
GEVAAR: RISICO OP BRANDWONDEN
13.2.1
Koelmiddelleiding op de binnenunit
aansluiten
VOORZICHTIG
Installeer koelmiddelleidingen of componenten zo dat ze
niet worden blootgesteld aan stoffen die componenten met
koelmiddel kunnen corroderen, tenzij de componenten
gemaakt zijn van een materiaal dat inherent bestand is
tegen corrosie of beschermd is tegen corrosie.
WAARSCHUWING:
MATERIAAL
Het koelmiddel R32 (indien van toepassing) in deze unit is
weinig ontvlambaar. Zie de handleiding van de buitenunit
voor het te gebruiken type koelmiddel.
▪ Leidinglengte. Houd de koelmiddelleiding zo kort mogelijk.
▪ Flareverbindingen.
Sluit
flareverbindingen aan op de unit.
▪ Isolatie. Isoleer de koelmiddelleiding op de binnenunit als volgt:
A
a
b
c
1
A B
A
Vloeistofleiding
B
Gasleiding
a
Isolatiemateriaal (lokaal te voorzien)
b
Kabelbinder (lokaal te voorzien)
c
Isolatiedelen: Groot (gasleiding), klein (vloeistofleiding)
(accessoires)
d
Flaremoer (bevestigd op de unit)
e
Aansluiting koelmiddelleiding (bevestigd op de unit)
f
Unit
g
Afdichtingskussens: Middelgroot 1 (gasleiding),
middelgroot 2 (vloeistofleiding) (accessoires)
1
Draai de naden van de isolatiedelen naar boven.
2
Bevestig ze aan de basis van de unit.
3
Maak de kabelbinder vast rond de isolatiedelen.
4
Draai het afdichtingskussen van de basis van de unit tot
de bovenkant van de flaremoer rond de leiding.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de hele koelmiddelleiding is geïsoleerd.
Blote leidingen kunnen condensatie veroorzaken.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
18
MATIG
ONTVLAMBAAR
de
koelmiddelleiding
B
d
b
e f
a
b
c
d
b
3
2
3
1
g
g
4
4
14
Elektrische installatie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
WAARSCHUWING
Gebruik een alpolige schakelaar met een contactscheiding
van minstens 3 mm om het contact volledig te verbreken
onder overspanningscategorie III.
WAARSCHUWING
Als het netsnoer beschadigd is, MOET de fabrikant, zijn
vertegenwoordiger,
gelijkaardige bevoegde personen het snoer vervangen om
een gevaarlijke situatie te voorkomen.
WAARSCHUWING
Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van de
thermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIET
worden gevoed via een externe schakelinrichting zoals een
timer of zijn aangesloten op een circuit dat regelmatig IN-
en UITgeschakeld wordt door de voorziening.
14.1
Specificaties van standaard
bedradingscomponenten
OPMERKING
met
Wij raden aan massieve draden (met één ader) te
gebruiken. Als er geslagen draden worden gebruikt, draai
de draadjes een beetje in elkaar om ze rechtstreeks in de
aansluitklem te steken of in een aansluiting met een ronde
krimpklem. Meer informatie vindt u in "Richtlijnen voor het
e f
aansluiten van de elektrische bedrading" in de uitgebreide
handleiding voor de installateur.
Onderdeel
2
Voedingskabel
MCA
Spanning
Huidig
Fase
Frequentie
Draaddikten
Kabel tussen de
Spanning
units
Draaddikte
(binnen↔buiten)
Kabel
Draaddikte
gebruikersinterfac
e
Kabellengte
Aanbevolen lokale zekering
zijn
servicevertegenwoordiger
FDA125A
(a)
2,1 A
220~240 V
2,1 A
1~
50/60 Hz
MOET voldoen aan de nationale
bedradingsvoorschriften.
3-aderige kabel
Draaddikte gebaseerd op de
stroom, maar minstens 2,5 mm
220~240 V
Gebruik alleen geharmoniseerde
draad met dubbele isolatie en
geschikt voor de toepasselijke
spanning.
4-aderige kabel
Minimum 1,5 mm
Gebruik alleen geharmoniseerde
draad met dubbele isolatie en
geschikt voor de toepasselijke
spanning
2-aderige kabel
Maximum 500 m
16 A
FDA125A5VEB
Split-systeem airconditioners
4P494410-1D – 2022.10
of
2
2