a
Duw de blindprop in.
▪ Plaats
de
plug
en
kruiskopschroevendraaier.
a
b
a
Blindprop
b
Kruiskopschroevendraaier
Controle op waterlekken
De procedure verschilt afhankelijk van of de elektrische bedrading al
voltooid is of niet. Als de elektrische bedrading nog niet is voltooid,
moet u de gebruikersinterface en de voeding tijdelijk aansluiten op
de unit.
Wanneer de installatie van het systeem nog niet voltooid is
1 Sluit de elektrische bedrading tijdelijk aan.
2 Verwijder het deksel van de schakelkast (a).
3 Sluit de éénfasige voeding (50 Hz, 230 V) aan op de klemmen
Nr. 1 en Nr. 2 op het voedingsklemmenbord voor de voeding en
aarding.
4 Breng het deksel van de schakelkast (a) weer aan.
5 Schakel de voeding IN.
6 Begin te koelen (zie "15.2 Proefdraaien" [ 4 20]).
7 Giet ongeveer 1 l water langzaam in de uitlaat van de
luchtuitblaas en controleer op lekken.
f
a
e
a
Waterinlaat
b
Draagbare pomp
c
Deksel waterinlaat
d
Emmer (water bijvullen via waterinlaat)
e
Afvoeruitlaat voor onderhoud
f
Koelmiddelleidingen
8 Schakel de voeding UIT.
9 Koppel de elektrische bedrading los.
10 Verwijder het deksel van de besturingskast.
11 Koppel de voeding en de aarding los.
12 Breng het deksel van de besturingskast weer aan.
FDA125A5VEB
Split-systeem airconditioners
4P494410-1D – 2022.10
duw
ze
omlaag
met
b
c
d
13 Installatie van de leidingen
Wanneer de installatie van het systeem al voltooid is
1 Begin de koelwerking (zie de uitgebreide handleiding of de
servicehandleiding van de gebruikersinterface).
2 Giet ongeveer 1 l water langzaam in de waterinlaat en
controleer op lekken (zie
systeem nog niet voltooid
een
13
Installatie van de leidingen
13.1
Koelmiddelleiding voorbereiden
13.1.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen
VOORZICHTIG
De
leidingen
beschreven in
Alleen
mechanische
+flareverbindingen) die conform de nieuwste versie van
ISO14903 zijn, kunnen worden gebruikt.
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten
geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur
gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor de
koelmiddelleidingen.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m
bedragen.
Diameter koelmiddelleidingen
Gebruik de volgende leidingdiameters voor leidingaansluitingen van
de binnenunit:
Buitendiameter leiding (mm)
Vloeistofleiding
Ø9,5
Materiaal koelmiddelleidingen
▪ Leidingmateriaal: met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper
▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen.
▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad
(Ø)
9,5 mm (3/8")
Gegloeid (O)
15,9 mm (5/8")
Gegloeid (O)
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de
unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
13.1.2
Isolatie van de koelmiddelleidingen
▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052 W/mK (0,035 en 0,045 kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Isolatiedikte
Buitendiameter
leiding (Ø
)
p
9,5 mm (3/8")
15,9 mm (5/8")
"Wanneer de installatie van het
is" [ 4 17]).
MOETEN
worden
geïnstalleerd
leidingen" [ 4 17].
"13 Installatie van de
verbindingen
(bv.
Gasleiding
Ø15,9
(a)
Dikte (t)
≥0,8 mm
Binnendiameter
Isolatiedikte (t)
isolatie (Ø
)
i
10~14 mm
≥13 mm
16~20 mm
≥13 mm
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
zoals
braseren
Ø
t
17