15. BENZINE TANKEN
LET OP!
U mag de in dit hoofdstuk beschreven HANDELINGEN ALLEEN UITVOEREN
nadat u alle veiligheids instructies hebt gelezen en de veiligheidsinstructies ook
hebt begrepen. Het beïnvloedt uw persoonlijke veiligheid!
OLIE
Voor de inbedrijfstelling van de motor moet olie worden bijgevuld! Geen of te
weinig olie kan leiden tot onherstelbare schade aan de motor. In dit geval,
distantiëren dealers en fabrikanten zich van enige aanspraak op garantie.
Gebruik motorolie met de specificatie 10W - 30 of 10W - 40.
Olie vulplug uit de motor verwijderen.
Voeg motorolie tot aan de eerste draad van de vulopening.
Draai de vuldop weer dicht.
Olieresten / vuil wegvegen a.u.b.
Motorolie capaciteit: 1.1 liter. Nooit te veel olie toevoegen.
Als olie SAE 30 onder de 10 °C wordt gebruikt kan er ernstige schade ontstaan
aan de motor (cilinder) door onvoldoende smering.
Voor het controleren van het oliepeil moet het apparaat op een vlakke
ondergrond te staan en zijn uitgeschakeld.
Verwijder de olievulplug.
Veeg olie van de peilstok.
Vulplug terug in de opening stoppen, niet vast schroeven.
Trek de vulplug uit de vul opening.
Oliepeil op de peilstok testen. Het oliepeil moet tussen de MIN en MAX ( L en H )
zijn.
Als het oliepeil te laag is ( MIN of minder) dan gelijkwaardige motorolie bijvullen.
BENZINE
Gezondheid en explosies ten gevolge van de verbrandingsmotor.
28