Inhoudsopgave
Advertenties
1.
Het Lasprocedure diagram toont de verschillende
lasparameters die geselectreerd en ingesteld
kunnen worden. Als de drukknop / Encoder kort
gedrukt wordt, wordt er een driehoekige indicator
zichtbaar die aangeeft welke parameter aangepast
kan worden. Elke keer drukken verplaatst de
indicator naar een volgende parameter, Draaien aan
de encoder veranderd de waarde van de
betreffende parameter. Het display werkt
dynamisch, dus na het wijzigen van de parameters
veranderd het diagram met de wijzigingen op het
display mee. Als er langer dan 5 seconde geen
activiteit plaatsvind valt het display terug in de
basisstand en de standaard Amperemeter. Bij het
opnieuw drukken staat de indicator op de laatst
gewijzigde parameter.
Er bestaan drie Lasprocedure diagrammen:
•
Elektrode (Stick) zie ook Figuur B.4a
•
TIG zie Figuur B.4b
•
Puls TIG zie Figure B.4c
Figure B.4a
Figure B.4b
Figure B.4c
2.
Het Lasprocedure diagram toont de verschillende
lasparameters die geselectreerd en ingesteld
kunnen worden. Als de drukknop / Encoder kort
gedrukt wordt, wordt er een driehoekige indicator
zichtbaar die aangeeft welke parameter aangepast
kan worden. Somige parameters zoals de AC
frequentie hebben een extra icoon in het display wat
aangeeft wat het effect van deze parameter heeft op
de de lasboog en het lasbad. Als deze parameters
aangepast worden beweegt een indicator tussen het
minimum en maximum icoon om het relatieve effect
van de parameter aan te geven. Zie ook het
voorbeeld met Puls Frequentie zoals hierboven in
Figuur B.4c. Zie Tabel B.1 voor een overzicht van
alle symbolen / iconen.
Parameter
AC Frequentie
AC Balans
Pulse Frequentie
Hot Start
Arc Force
3.
De Mode Druk Knoppen en indicators tonen de
actuele keuze bij de bijbehorende drukknoppen (A-
F). Zie ook Tabel B.2 voor een volledige lijst met
parameters en hun bereik. Hieronder staat een
volledige lijst met beschrijving van elke drukknop en
de weergave op het display:
Drukknop A: Las Procedures
DC TIG - DC TIG Lassen met HF
ontsteking
AC TIG - AC TIG Lassen met HF
ontsteking
DC Touch Start TIG - Lassen met Lift-
TIG ontsteking
Stick crisp mode - Harde lasboog voor
elektrodelassen
Stick soft mode - Zachte lasboog voor
elektrodelassen
AC Stick Mode - Wisselstroom elektrode
lassen.
Drukknop B: Functie Toortsschakelaar
Functie Toortsschakelaar
Door een keuze te maken met de 2/4 takt schakelaar
kan er gelast worden waarbij de toortsschakelaar de 2 of
4 takt functie heeft. De specifieke uitleg van de 2 en 4
takt functie volgt hierna.
2-Takt Mode
Met de 2/4 takt schakelaar in de 2-takt stand en de
machine in de TIG-lassen stand zal de machine als volgt
werken.
G-4
Symbool
Minimum
Maximum
Table B.1
Table B.2
Advertenties
Inhoudsopgave
