3
Plaats de batterij en een geheugenkaart.
Maak het veiligheidsslot van het batterijvak/de
geheugenkaartsleuf los (q) en ontgrendel (w) en open
langzaam het deksel (e). Nadat u de juiste richting hebt
s
gecontroleerd, plaatst u de batterij en geheugenkaart als volgt:
gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één
zijde ingedrukt te houden, schuif de batterij in de camera totdat
de oranje batterijvergrendeling vergrendelt (r) en schuif
vervolgens de geheugenkaart in de camera totdat deze op zijn
plaats klikt (t). Sluit (y), vergrendel (u) en doe (i) het deksel
op slot en controleer of de vergrendeling en het veiligheidsslot
zich in de getoonde posities bevinden (A).
Achterzijde
A
Geheugenkaarten formatteren
Als dit de eerste keer is dat de
geheugenkaart in de camera wordt gebruikt
of als de kaart in een ander apparaat werd
geformatteerd, selecteer Geheugenkaart
formatt. in het setup-menu en volg de
aanwijzingen op het scherm om de kaart te
formatteren (0 100). Merk op dat hierdoor
alle gegevens op de kaart permanent worden
verwijderd. Kopieer daarom eerst foto's en
andere gegevens die u wilt bewaren naar
een computer alvorens verder te gaan
(0 105).
32