15.3
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma
15.3.1
Over het ontvochtigingsprogramma
▪ Dit programma dient om de vochtigheid in uw kamer te
verminderen met een zo klein mogelijke temperatuurdaling
(minimale kamerkoeling).
▪ De microcomputer bepaalt automatisch de temperatuur en de
ventilatorsnelheid
(kan
niet
worden
gebruikersinterface).
▪ Deze stand is niet mogelijk bij een lage kamertemperatuur
(<20°C).
15.3.2
Gebruik van het
ontvochtigingsprogramma
Starten
1 Druk enkele keren op de keuzeknop voor de werkingsstand op
de gebruikersinterface en selecteer
2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te
werken.
Stoppen
3 Druk opnieuw op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface.
Gevolg: Het werkingslampje gaat uit en het systeem stopt.
OPMERKING
Schakel de voeding niet meteen uit nadat de unit is
gestopt, maar wacht minstens 5 minuten.
15.4
Luchtstroomrichting instellen
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de gebruikersinterface.
15.4.1
Over de luchtstroomklep
Dubbelstroomunits+multi-stroomunits
In de volgende gevallen wordt de luchtstroomrichting gestuurd door
een microcomputer, en kan zij verschillen van de instelling op het
display.
Koelen
▪ Wanneer
de
▪ Bij het starten.
kamertemperatuur lager is dan
▪ Als
de ingestelde temperatuur.
hoger is dan de ingestelde
temperatuur.
▪ Bij het ontdooien.
▪ Bij continue werking met horizontale luchtstroomrichting.
▪ Tijdens continue werking met neerwaartse luchtstroom bij het
koelen met een aan het plafond opgehangen of aan de wand
bevestigde unit, kan de microcomputer de luchtstroomrichting
sturen,
en
verandert
ook
gebruikersinterface.
De luchtstroomrichting kan worden ingesteld op één van de
volgende manieren:
▪ De stand van de luchtstroomklep wordt automatisch ingesteld.
▪ De gebruiker stelt de luchtstroomrichting in.
▪ Automatische
en gewenste stand
FCAHG71~140GVEB
Split-systeem airconditioners
4P482875-1 – 2017.03
ingesteld
met
de
16
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om voor een
(ontvochtigen).
optimale werking van het systeem te zorgen.
▪ Stel de luchtuitlaat zo in dat de lucht niet rechtstreeks op de
▪ Pas de kamertemperatuur aan voor een aangename omgeving.
▪ Houd bij het koelen rechtstreeks zonlicht uit de kamer met behulp
▪ Verlucht dikwijls. Zorg bij langdurig gebruik vooral voor
▪ Houd deuren en ramen dicht. Als de deuren of ramen open
▪ Koel of verwarm niet te sterk. Om zuinig om te gaan met energie
▪ Plaats nooit voorwerpen in de buurt van de luchtinlaat of -uitlaat
▪ Zet de hoofdvoedingsschakelaar van de unit uit als de unit
▪ Als
Verwarmen
de
kamertemperatuur
▪ Houd de binnenunit en de gebruikersinterface op minstens 1 m
▪ Plaats geen voorwerpen onder de binnenunit; anders kunnen ze
▪ Bij een vochtigheid van meer dan 80% of wanneer de afvoeruitlaat
de
aanduiding
op
de
17
.
16 Energie besparen en optimale werking
WAARSCHUWING
Raak nooit de luchtuitlaat of horizontale bladen aan terwijl
de draaiklep in werking is. Uw vingers kunnen geklemd
geraken of de unit kan onklaar geraken.
OPMERKING
▪ Het draaibereik van de klep kan worden veranderd.
Neem contact op met uw dealer voor meer informatie.
(alleen
voor
dubbelstroom,
plafondmontage en wandmontage).
▪ Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale
stand
. Anders kan er zich vocht of stof gaan
afzetten op het plafond of op de klep.
Energie besparen en optimale
werking
aanwezige personen wordt geblazen.
Voorkom te sterk verwarmen of koelen.
van gordijnen of jaloezieën.
verluchting.
blijven, zal er lucht uit de kamer stromen, met een kleiner koel- of
verwarmeffect tot gevolg.
houdt u de temperatuurinstelling op een gematigd niveau.
van de unit. Anders kan dit een verminderd effect of een uitval
veroorzaken.
gedurende langere tijd niet zal worden gebruikt. Er wordt immers
stroom verbruikt zolang de schakelaar niet uitgeschakeld is. Zet
de hoofdvoedingsschakelaar 6 uur voor gebruik aan alvorens de
unit opnieuw op te starten, dit om een vlotte werking te
garanderen.
op het display staat (tijd om het luchtfilter te reinigen), laat
u de filters door een erkend servicetechnicus schoonmaken (zie
"17.1.1 Luchtfilter reinigen" op
pagina 28).
van televisie-, radio-, stereotoestellen of dergelijke. Anders zijn
statische storingen of vervormde beelden mogelijk.
schade oplopen door water.
verstopt is, kan condensvorming optreden.
Onderhoud en service
OPMERKING
Voer
nooit
zelf
een
servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een
erkend servicetechnicus voor. Als eindgebruiker mag u wel
het luchtfilter, het aanzuigrooster, de luchtuitblaas en de
buitenpanelen reinigen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
multi-stroom,
hoek,
inspectie
van
of
27