6.11.3 Accu laden
VOORZICHTIG
!
Brand door oververhitte oplader
De oplader wordt tijdens het laden van de accu
warm. Bij onvoldoende koeling kan dit leiden tot
brand of brandwonden aan de handen.
Gebruik de oplader nooit op een licht
ontvlambare ondergrond (bv. papier, tapijt,
enz.).
Dek de oplader tijdens het laden nooit af.
Laad de accu nooit zonder toezicht op.
Elektrische schok door binnendringen van
water
Bij het binnendringen van water in een oplader
bestaat het risico op een elektrische schok.
Laad de accu nooit buitenshuis op.
Elektrische schok bij beschadiging
Een beschadigde oplader, kabel of stekker
verhoogt het risico op een elektrische schok.
Controleer voor elk gebruik de oplader, kabels
en stekkers. Gebruik nooit een beschadigde
oplader.
Aanwijzing
Wanneer tijdens het laden een storing optreedt,
wordt een systeemmelding weergegeven.
Neem onmiddellijk de oplader en de accu
buiten bedrijf en volg de aanwijzingen .
De omgevingstemperatuur moet tijdens het laden
tussen 0 °C en 40 °C liggen.
De accu kan bij het laden op de pedelec blijven
zitten of worden verwijderd.
Een onderbreking van het laden leidt niet tot
schade aan de accu.
1 Verwijder zo nodig de afdekking van de
kabelaansluiting.
2 Sluit de netstekker van de oplader aan op een
normale geaarde contactdoos.
Aansluitwaarden
MY21P01 - 46_1.0_20.08.2020
230 V, 50 Hz
Aanwijzing
Let op de juiste netspanning! De spanning van
de netvoeding moet overeenkomen met de
gegevens op de typeplaat van de oplader.
Opladers voor 230 V kunnen op 220 V worden
gebruikt.
3 Steek de laadkabel in de laadaansluiting van
de accu.
Het laden start automatisch.
Tijdens het opladen geeft de
laadtoestandweergave de laadtoestand aan.
Bij ingeschakeld aandrijfsysteem wordt het
laden op het display weergegeven.
Het laden is voltooid wanneer de LED's van de
bedrijfs- en laadtoestandweergave uitgaan.
4 Ontkoppel na het opladen de accu van de
oplader.
5 Ontkoppel de oplader van het lichtnet.
Gebruik
60