Bedieningsknoppen op het
systeem en de afstandsbediening
1 STANDBY ON
–
om het systeem aan of stand-by te
zetten.
–
om te EASY SET-functie te gebruiken.
2 POWER SAVE
–
om het systeem in de
energiebesparende stand te
schakelen.
3 IR SENSOR
–
sensor voor de infrarood
afstandsbediening.
4 PROG (PROGRAM)
bij CD ............ om cd-nummers te
programmeren.
bij TUNER ..... om zenders te
programmeren.
bij CLOCK ...... om te kiezen tussen de
12- of 24-uursklok
(enkel op het systeem) .
5 BASS/TREBLE
–
om het klankeffect Bass/Treble (hoge/
lage tonen) te kiezen.
6 VEC
–
om het klankeffect Virtual
Environment Control (virtuele
omgeving) te kiezen.
7 DIGITAL SOUND CONTROL (DSC)
–
om het klankeffect Digital Sound
Control (digitale klankregeling) te
kiezen.
pg 101-124/C80/22-Dut
105
8 JOG – om het gewenste klankeffect
DSC/VEC in te stellen. U moet eerst het
respectieve klankeffect kiezen.
DIGITAL SOUND CONTROL
–
om de gewenste digitale klankregeling
(DSC) te kiezen : OPTIMAL, CLASSIC,
TECHNO, VOCAL, ROCK of JAZZ.
VEC
–
om de gewenste virtuele omgeving
(VEC) te kiezen : HALL, CLUB, DISCO,
CINEMA, CONCERT of ARCADE.
9 CLOCK/TIMER
–
om de tijd weer te geven en om de
klok of timer in te stellen.
0 ;
–
aansluitbus voor een hoofdtelefoon.
! DIM
–
om de helderheid van het display te
kiezen: DIM 1, DIM 2, DIM 3 of DIM
OFF (uit).
@ BRONKEUZE – om te kiezen tussen:
CD / (CD 1•2•3)
–
om de cd-speler te bedienen. Als de
cd-speler stilstaat: om het cd-vak (1, 2
of 3) te kiezen.
TUNER / (BAND)
–
om de tuner te bedienen. Als u de
tuner gekozen heeft: om het
golfgebied (FM, MW of LW) te kiezen.
TAPE / (TAPE 1•2)
–
om het cassettedeck te bedienen. Als
het cassettedeck stilstaat: om het
cassette deck(deck 1 of 2) te kiezen.
AUX / (CDR/DVD)
–
om het apparaat dat aangesloten is op
AUX IN te bedienen (bijvoorbeeld het
geluidskanaal van een tv,
videorecorder, laserdiskspeler, DVD-
speler of cd-recorder). Als u het
aangesloten apparaat gekozen heeft,
druk dan op AUX of CDR/DVD om te
kiezen.
# DISPLAY
–
voor informatie over wat het systeem
doet.
$ CD-LADE
% DISC CHANGE
–
om cd's te verwisselen.
^ OPEN•CLOSE
–
om de cd-lade te openen of te sluiten.
& DISC 1 / DISC 2 / DISC 3 (DIRECT
STARTEN VAN EEN CD)
–
om het cd-vak te kiezen waarmee u
het afspelen wilt starten.
* NEWS/TA
–
om automatisch op een
nieuwsuitzending of
verkeersinformatie.
( RDS
–
om de soort van RDS-informatie in
deze volgorde te kiezen: naam van de
zender, programmatype en radiotekst.
3/6/00, 2:30 PM
BEDIENINGSKNOPPEN
) PER APPARAAT VERSCHILLEND
SEARCH à á (TUNING à á)
bij CD ............ om een vorige/
volgende passage te
zoeken.
bij TUNER ..... om af te stemmen op
een lagere of hogere
radiofrequentie.
bij TAPE ......... om de cassette
versneld terug of
vooruit te spoelen.
bij CLOCK ...... om het uur in te stellen
(enkel op het systeem) .
STOP•CLEAR 9
bij CD ............ om het afspelen van
een cd te beëindigen en
om een programma te
wissen.
bij TUNER ..... om het programmeren
te beëindigen.
bij TAPE ......... om het afspelen of
opnemen te
beëindigen.
DEMO ........... (enkel op het systeem)
om het demonstratie-
programma te starten
of te beëindigen.
PLAY 2 / PAUSE ;
bij CD ............ om het afspelen te
starten of te
onderbreken.
bij TAPE ......... om het afspelen te
starten.
3139 116 19681
105