s Discfuncties
1
Houd DVD/MON 1 seconde ingedrukt.
2
Druk op SYSTEM MENU.
Druk zo vaak als nodig is op 1 om A te selecteren.
3
Druk zo vaak als nodig is op 4 of 3 om s Discfuncties
4
te selecteren. Druk daarna op 2 om te bevestigen.
A
B
2
s
Toegangscontrole
z
Automatische hervatting
y
Druk zo vaak als nodig is op 4, 3 om de gewenste functie
5
te selecteren. U kunt de volgende functies kiezen:
Toegangscontrole
Afspelen van bepaalde discs beperken. Zie hoofdstuk
„Toegangscontrole" op bladzijde 43–45.
Automatische hervatting
Als het afspelen van een voorbespeelde DVD-Video disc of
Video CD-disc werd onderbroken, start het afspelen na
opnieuw plaatsen op precies dezelfde plaats waar het was
onderbroken. Dit geldt niet alleen voor de huidige disc
maar voor de laatste 20 afgespeelde discs.
Aan: De functie is ingeschakeld.
Uit: De functie is uitgeschakeld.
PBC
TDeze regel verschijnt alleen als er een (Super) Video CD
is ingelegd. Met deze instelling kunt u het PBC-menu
(zie „Afspelen van een (Super) Video CD") activeren of
deactiveren.
Disc finaliseren (alleen beschikbaar voor niet afgesloten
DVD+R discs)
Een DVD+R afsluiten. Zie ook „Een DVD+R disc afsluiten"
op bladzijde 42.
Pas discformaat aan
Als een DVD+RW in een computerdrive of andere DVD-
recorder is opgenomen, is het mogelijk dat het
indexbeeldscherm niet goed wordt weergegeven. Met deze
functie kunt u het discformaat wijzigen en zo het probleem
oplossen. Alleen zichtbaar als het discformaat van de
ingelegde DVD+RW kan worden gewijzigd.
C
D
E
F G
17
off
off
no
Discfuncties
Code ingeven...
Uit
Systeeminstellingen
z Opname-instellingen
1
Houd DVD/MON 1 seconde ingedrukt.
2
Druk op SYSTEM MENU.
Druk zo vaak als nodig is op 1 om A te selecteren.
3
Druk zo vaak als nodig is op 4 of 3 om z Opname-
4
instellingen te selecteren. Druk daarna op 2 om te
bevestigen.
off
Druk zo vaak als nodig is op 4, 3 om de gewenste functie
5
te selecteren. U kunt de volgende functies kiezen:
Opnamestand
Zie „De opnamekwaliteit kiezen via het menu" in hoofdstuk
„De opnamekwaliteit kiezen".
Direct Record
Zie afzonderlijk hoofdstuk „Direct Record".
Sat. opname
Zie afzonderlijk hoofdstuk „Automatisch opnemen van een
satellietontvanger".
Auto hoofdstuk
Als deze functie geactiveerd is, wordt er tijdens het
opnemen automatisch elke 5–6 minuten een
hoofdstukmarkering ingesteld. Hoofdstukmarkeringen
kunnen worden gewijzigd nadat de opname beëindigd is.
Aan: De functie is geactiveerd.
Uit: De functie is gedeactiveerd.
Filtermodus
Zie „De opnamekwaliteit kiezen via het menu" in hoofdstuk
„De opnamekwaliteit kiezen".
Druk zo vaak als nodig is op 1, 2 om de gewenste instelling
6
te selecteren.
7
Druk op OK om de nieuwe instelling te bevestigen.
8
Druk op SYSTEM MENU om te beëindigen.
Opn. instelling
Opnamestand
M2
Direct Record
Aan
Sat. opname
Uit
Auto hoofdstuk
Aan
Filtermodus
Stndrd
Beëindigen met
SYSTEM MENU
49