Nadat u het papier hebt gewijzigd, wordt het scherm voor het instellen van papiergegevens voor de
cassette weergegeven. Stel de papiergegevens voor het papier in cassette 1 in.
Opmerking
• Als u niet weet welke papiergegevens u op het apparaat moet registreren, raakt u de knop Terug
(Back) aan wanneer het scherm voor het selecteren van de bewerking wordt weergegeven. Wanneer
het vorige scherm wordt weergegeven, controleert u het papierformaat en het mediumtype en
registreert u deze vervolgens op het apparaat.
• Klik hieronder voor meer informatie over het juiste verband tussen de papierinstellingen in het
printerstuurprogramma en op het aanraakscherm.
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype) (Mac OS)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat) (Mac OS)
Annuleren (Cancel)
Hiermee annuleert u het afdrukken.
Selecteer deze optie als u de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren wilt wijzigen. Wijzig de
papierinstellingen en probeer opnieuw af te drukken.
Opmerking
• Als u het bericht dat onjuist afdrukken voorkomt niet wilt weergeven, wijzigt u de instelling zoals
hieronder wordt beschreven. Wanneer u het bericht wist, gebruikt het apparaat de papierinstellingen
om af te drukken of te kopiëren op het papier in cassette 1, zelfs als het papier niet overeenkomt met
de instellingen.
• De instelling voor weergave van het bericht bij afdrukken of kopiëren wijzigen met het
bedieningspaneel van het apparaat:
Cassette-instellingen
• De instelling voor weergave van het bericht bij afdrukken of kopiëren wijzigen met het
printerstuurprogramma:
De bedieningsmodus van de Printer aanpassen
De bedieningsmodus van de Printer aanpassen (Mac OS)
(Windows)
1139
(Windows)
(Windows)