2.6
Veiligheidsbepalingen
2.7
Kwalificatie van het personeel
Bediener
Plichten aan de
bediener
30.76/02
Voor het omgaan met de product noodzakelijke vereisten te-
gen bescherming van het leven, gezondheid, gebouwen en
milieu zijn met voorrang zeker te stellen.
Alvorens het product in bedrijf te nemen, zekerstellen dat de
volgende relevante regels en bepalingen van alle daarvan be-
treffende personen aantoonbaar voor kennis werden genomen:
Nationale wettelijke veiligheidsvoorschriften
•
•
Bepalingen van de bouw- en exploitatievoorschriften
•
Bepalingen van de beroeps- en brancheorganisaties
Werk- en milieuvoorschriften
•
Vergunningseisen
•
Bedrijfsvoorschriften
•
Alle overige toe te passen voorschriften en afstemmingen
•
met de veiligheids- en bedrijfsvoorschriften van de fabri-
kant
Eventueel zijn voor de werking verantwoordelijke posities
•
verdere, toegesneden op de specifieke taak van het pro-
duct afgestemde, voorschriften en maatregelen voor het
vervullen van alle veiligheidseisen vast te leggen.
In aanvulling op de bovengenoemde instructies moeten de
specifieke veiligheidsvoorschriften in acht genomen en geres-
pecteerd worden.
De bediener wordt via een training door de exploitant over de
aan hem opgedragen taken en mogelijke gevaren bij ongepast
gedragingen onderwezen.
Uitgebreide training op het product
•
Kennis van de inhoud van deze gebruiks- en onderhoudsin-
•
structies
•
Kennis van de inhoud van de gebruiks- en onderhoudsin-
structies van de toeleveranciers en extra apparatuur
Kennis van nationale bepalingen en wetten die het product
•
en extra apparatuur betreffen
Lichamelijke en geestelijke geschiktheid
•
Concentratievermogen, verantwoordelijkheidsgevoel, be-
•
trouwbaarheid
Verplichte nationale eisen (opleiding, minimum leeftijd)
•
Geen vermindering door alcohol, medicijnen, drugs, ver-
•
moeidheid, enz.
2. Veiligheid
13