5.Bijlage
7.
Afdrukken op RFID-tag ingekapselde gedeelte (chip-/antennegedeelte)
Het oppervlak van het gedeelte van de media waarin de RFID-tag ingekapseld is, is ongelijk, en het afdrukken in
dit gedeelte kan ertoe leiden dat de afdruk rond het ongelijke deel wordt stopgezet. In het gebied van 5 mm
(0,20") voor en na het RFID-tag ingekapselde gedeelte en aan beide laterale zijden van het gedeelte, in het
bijzonder, is het waarschijnlijk dat de afdrukken wazig en onregelmatig zijn. Deze gebieden bevinden zich buiten
het gegarandeerde afdrukgebied. (Zie onderstaande afbeelding.)
* De mate van vervaging of onregelmatigheid verschilt afhankelijk van de hoogte van de ingekapselde RFID-tag (chip/antenne).
[ 1 ]
1. Gebied buiten het gegarandeerde afdrukgebied
2. Ingekapseld gedeelte RFID-tag
A: mediainvoerrichting
8.
Omgevingstemperatuur
De prestaties van het draadloze systeem zijn afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Als de
omgevingstemperatuur verandert ten opzichte van de temperatuur op het moment dat de RFID-instellingen
werden gemaakt, kan het schrijven van gegevens naar de RFID-tag mislukken.
9.
Afpelmodus
Als u het afpellen van RFID-etiketten uitvoert, kan de afpelprestatie variëren afhankelijk van de lijm van het
gebruikte etiket, de tag en de basis. Afhankelijk van de media, kan het afpellen niet normaal worden uitgevoerd.
10. Opmerkingen over het gebruik van korte pitch media
Als media met een korte pitch (RFID-tagplaatsingsinterval) worden gebruikt, komt het voor dat zelfs als wordt
geprobeerd gegevens te schrijven naar de tag waarnaar ze moeten worden geschreven, de gegevens naar een
naburige tag worden geschreven. De positie waarop gegevens kunnen worden geschreven verschilt afhankelijk
van het tagtype, en het is noodzakelijk om metingen uit te voeren met behulp van werkelijke tags, zodat
gegevens niet naar een naburige tag kunnen worden geschreven. Om de lees-/schrijfposities te diagnosticeren,
gebruikt u de BCP RFID-analysetool. Neem voor meer informatie contact op met uw servicevertegenwoordiger.
11. Defecte RFID-tag
RFID-tagpapier kan defecte tags bevatten voordat het door de fabrikant wordt verzonden. Het defectpercentage
verschilt afhankelijk van het tagtype, de productiemethode van het RFID-tagpapier en andere factoren. De
fabrikant van het RFID-tagpapier moet defecte tags tijdens het fabricageproces verwijderen of defecte tags
identificeerbaar maken door bijvoorbeeld merktekens op defecte tags aan te brengen en de
identificatiemethode te bevestigen.
12. Automatische media-instelling
Gebruik de automatische media-instellingsfunctie niet als u RFID-tagpapier uitgeeft. Stel [KALIBRATIE
(CALIBRATE)] in de parameterinstelling in op [Uit (OFF)].
Voor details, raadpleeg "Key Operation Specification (Specificaties voor toetsbediening)".
92 Specificaties
5 mm (0,20")
[ 2 ]
5 mm (0,20")
[ 1 ]
[ A ]