2.Printer instellen
Verbinden met een computer
Gebruik de volgende procedure om verbinding te maken met een computer.
Welke communicatiekabel moet worden gebruikt, is afhankelijk van de communicatiewijze met de computer.
Neem voor meer informatie contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Verbinden met een LAN-kabel
Sluit de stekker van de LAN-kabel [2] aan op de LAN-poort [1] aan de achterkant van de printer.
1
[ 2 ]
U hoeft de stroom naar de printer of de computer niet uit te schakelen.
Sluit de connector aan het andere uiteinde van de LAN-kabel aan op de LAN-poort van de
2
computer.
Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de computer die u gebruikt voor informatie over het aansluiten van de
computer.
Gebruik een LAN-kabel die voldoet aan de normen.
- 10BASE-T-norm: categorie 3 of hoger
- 100BASE-TX-norm: categorie 5 of hoger
- Kabellengte: tot 100 m (328,1 ft) maximale segmentlengte
Communicatiefouten kunnen zich voordoen afhankelijk van de aangesloten LAN-omgeving en de
geluidsomgeving. In dit geval heeft u mogelijk afgeschermde kabels (STP) en bijbehorende aangesloten
apparaten nodig.
Het wordt aanbevolen om de standaard SNMP-gemeenschapsnaam te wijzigen.
24 Voorbereiden van gebruik van de printer
[ 1 ]