Download Print deze pagina

Toshiba BV410T-GS02-QM-S Gebruikershandleiding pagina 89

Advertenties

5.Bijlage
Artikel
Wikkelrichting
*1 Het wordt aanbevolen dat de buitenrolmedia die wordt gebruikt voor de snijmodus niet breder zijn dan 110 mm (4,33"). De voorrand van de
media kan in contact komen met het snijblad door afwijkende wikkeling.
*2 0,23 mm (0,009") en 0,42 mm (0,017") zijn alleen voor polsbanden. 0,40 mm (0,016") is voor RFID-tags. RFID-chiphoogtes zijn uitgesloten.
*3 Wanneer de externe mediahouder wordt gebruikt
 Dichtbij het einde van de media kan de afdrukkwaliteit worden beïnvloed, afhankelijk van de
afdrukomstandigheden. Controleer het einde wanneer u een afdrukformaat maakt. Het wordt aanbevolen om de
afdrukpositie van streepjescodes, enz. ten minste 3 mm (0,12") van het media-einde te houden.
 Als u smalle media gebruikt, kan de beschermfolie van de printkop aan de papierrand worden verwijderd,
waardoor de printkop kan worden losgekoppeld.
 Als het uiteinde van de media met tape of lijm aan de kern is bevestigd, kan de belasting op de media fluctueren op
het moment dat het uiteinde wordt losgetrokken. Dit kan een ongelijke overdracht veroorzaken, wat invloed heeft
op het afdrukken. In dat geval kunnen de gedrukte streepjescodes of tweedimensionale codes onleesbaar worden.
Voordat u dergelijke etiketten gebruikt, moet u de codes bevestigen. (Voor etiketten kan de impact op het
afdrukken worden vermeden door de media te bevestigen door ongeveer 200 mm (7,87") van de basis over te laten
vanaf het laatste etiket. Merk op dat er in dit geval, nadat het laatste etiket is afgedrukt, een fout optreedt bij de
invoer van media op de basis, in plaats van een fout bij het ontbreken van media. Voor etiketten waarvoor de
mediapitch 37 mm (1,46") of minder is, is het mogelijk om een fout in de afwezigheid van media te laten optreden,
zelfs zonder de basis te verlaten vanaf het laatste etiket, zoals hierboven vermeld, maar voor het afdrukken van
etiketten ongeveer 180 mm (7,09") voor het einde van de basis, kan een ongelijkmatige overdracht optreden, wat
een invloed heeft op het afdrukken).
 Afhankelijk van de status van de tape aan het einde van de media, kan de afgepelde tape de sensor beïnvloeden,
waardoor er een fout optreedt bij de invoer van media en niet bij de afwezigheid van media.
 Als u [GA TOT SNIJPOS. (MOVE TO TEAROFF)] op Aan (ON) instelt bij het gebruik van etiketten, wordt de
etiketafstand van de media verzonden tot het einde van de afpeltabel nadat het laatste etiket is uitgegeven,
waardoor het etiket gemakkelijk handmatig kan worden afgesneden. Als de volgende wordt uitgegeven terwijl het
etiket niet handmatig is afgesneden, kan het etiket tijdens het terugvoeren worden losgetrokken, waardoor het
papier vastloopt.
 RFID-etiketten moeten worden gebruikt voor continue uitvoer. Afhankelijk van de pitch van het RFID-etiket kunnen
er papierstoringen optreden op het moment van uitgifte met een omkeerbewerking, zoals snijmodus, afpelmodus
en continue uitvoer met [GA TOT SNIJPOS. (MOVE TO TEAROFF)] ingeschakeld.
Continue uitvoer/
Afscheuren met de
hand
 Buitenrol
 Binnenrol
- Tijdens continue uitvoer/afscheuren met de hand/afpelmodus, diameter van
de centrale kern: φ38,1 (1,5), φ40,0 (1,57), φ42,0 (1.65), φ76.2 (3)
- Tijdens snijmodus, diameter van de centrale kern: φ40,0 (1,57), φ42,0 (1,65),
*3
φ76,2 (3)
Uitvoermodus
Afpelmodus
Snijmodus
*3
Specificaties 89

Advertenties

loading