3. Controleer de signaalsterkte onder Menu 4, 5. De signaalsterkte moet tussen -88
en -51 liggen.
4. Neem voor hulp contact op met de technische dienst.
•
Controleer of de radiomodule correct geïnstalleerd is.
•
Controleer of de radioantenne correct geïnstalleerd is of verplaats de antenne naar een
hogere locatie.
•
Controleer de kabelaansluiting van de Ethernet-kabel.
•
Controleer de routerinstellingen.
10. Als u wijzigingen moet maken, open dan de ZeroWire Web Server en ga naar
Geavanceerde Instellingen - Communicator - Radioconfiguratie. U hebt enkel toegang
tot dit menu als de programmeercode gewijzigd werd van standaard 9713.
Wijzig deze instellingen enkel zoals aan u uitgelegd door de leverancier of uw
telecommunicatie-aanbieder.
Aanbevolen items om te wijzigen
•
Programmeercode. Dit is de hoofdsleutel voor de meeste functies. Wijzig deze altijd
om niet-gewilde wijzigingen door eindgebruikers en een ongeoorloofde toegang tot het
veiligheidssysteem te voorkomen.
•
Gebruiker 1 PIN-code is standaard 1234. Wijzig deze altijd om een ongeoorloofde
toegang tot het veiligheidssysteem te voorkomen.
•
De gebruikersnaam van Gebruiker 1 is als standaard 'User 1', met een spatie tussen
'User' en '1'. Dit is nodig om eindgebruikers toegang te geven tot de ZeroWire Web
Server en de UltraSync +-app. Maak dit blanco om toegang van eindgebruikers te
voorkomen.
Installatiehandleiding ZeroWire
43