Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Conrad 19 14 44 Gebruiksaanwijzing pagina 19

Inhoudsopgave

Advertenties

De buis beschikt over een zevenpolige mini-buisvoet. Het tellen van de aansluitingen gebeurt
met de wijzers van de klok mee, bekeken vanaf de onderzijde, omdat de buisfitting
gewoonlijk in een chassis ingebouwd en vanaf onder bedraad werd. De kathode –aansluiting
is intern met het rooster 3 verbonden en dubbel naar buiten geleid.
Wie zich tegenwoordig met elektronica bezig houdt, kent meestal de werking van een
transistor, maar de werking van een buis is vaak minder bekend. Voor de principiële werking
worden om die reden een buis vergeleken met een transistor. Een vereenvoudigde vorm van
een versterkerbuis is de triode met de 3 aansluitingen: kathode (=minuspool), anode
(=pluspool) en het stuurrooster. Deze aansluitingen kunnen vergeleken worden met die van
een NPN- transistor: emitter (= minuspool), collector (=pluspool) en basis als stuurelektrode.
Maar de buis functioneert alleen, wanneer de kathode op ca. 800 ° C tot 1000 ° C verhit wordt.
Hiertoe dient de verwarming, die zoals de gloeidraad in een gloeilamp meestal gemaakt is uit
Wolfram. De hete kathode heeft een laag van speciaal materiaal met geringe elektronen-
binding, zodat bij deze temperaturen elektronen in de lege ruimte kunnen komen. De
elektronen worden dan door de positieve anode aangezogen en vormen een stroom door het
vacuüm.
Vergelijking buis en transistor
Beide onderdelen sturen een stroom. Bij de transistor stuurt een kleine basisstroom de
grotere collectorstroom. Bij de buis stuurt de spanning aan het stuurrooster de anodestroom.
In beide gevallen leidt een positievere stuurspanning tot meer stroom in de laststroomkring
en daardoor tot een grotere spanningsafval aan de lastweerstand / tot een kleinere spanning
aan de uitgangselektrode anode of collector. Een versterking met een triode of met een
transistor draait dus normaliter de fase van de versterkte spanning om 180° . Een verschil is
er echter, de transistor benodigd een positieve voorspanning, terwijl de buis meestal met een
negatieve roostervoorspanning gebruikt wordt. De spanning wordt automatisch aan de
roosterweerstand gevormd, omdat vrije elektronen van de kathode het rooster negatief
opladen.
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave