Montage
Afb. 4-8:
Geluidsontkoppeling
4.5
COM4mini monteren
18
OPGELET!
Vermijd flexibele geluiddempers voor telefonie.
Het geluidsniveau in de montageruimte dient overeenkomstig de geldende bepalin-
gen begrensd te worden.
SCHADE AAN HET APPARAAT!
De toevoerfilters dienen zodanig afgeschermd te worden, zodat er geen vocht kan
binnendringen. De filter wordt hierdoor beschadigd en er kan corrosieschade optre-
den. Indien dit niet kan verhinderd worden, dan moet bij horizontale en liggende unit-
montage bouwzijdig onder de filter een naar alle zijden hellende druiprok met afvoer
aangebracht worden. Bij vertikale unitmontage bevelen wij T-stukken met afvoerlei-
ding aan.
Voor het monteren van de unit doet u het volgende:
– Ventilatiekanalen met dubbele dichting gebrui-
ken, inwendig volledig glad en voldoende groot
gedimensioneerd en in geluidsgevoelige omge-
vingen ook gedempt.
– Geluidsdempende ophanging voor ventilatie-
onderdelen en kanalen, rubberen beugels ge-
bruiken (Afb. 4-8, 1)
– Onmiddellijk aan de toevoerluchtzijde een ge-
luiddempende bocht monteren (betere dem-
ping door het vermijden van het
doorstraaleffect, bijv. Lindab BSLU met 100mm
demping ; Afb. 4-8, 4)
– Bochten, dubbele bochten (U-Z), hoeken of ge-
leidingsgeluiddempers gebruiken
– Indien nodig nog bijkomende ronde dempers
(Afb. 4-8, 2) met 50 mm demping
(Afb. 4-8, 3) gebruiken.
– flexibele geïsoleerde kanaalaansluitingen, alle
overgangen met min. 50mm dikte dempen
(Afb. 4-8, 5).
– Holle ruimtes, ook tussen de unit en de wand
geluidsdempend opvullen (Afb. 4-8, 7)
– Luchtstromingsgunstige uitblaasroosters en
akoestische weerbeschermingsroosters ge-
bruiken (Afb. 4-8, 8)
– Geluiddempende unitbehuizing bijv. een
spleetdichte houten bekleding met een deur en
een inwendig gelijmde noppenmat (Afb. 4-8,
10)
– Doorbraken ontkoppelen en dempen
(Afb. 4-8, 12)
– Afhangende geluiddempende plafonds of ka-
naalbekleding en akoestische borden gebrui-
ken (Afb. 4-8, 11).
PR-2012-0029-NL • Wijzigingen voorbehouden • K1-07/2013