Montage
Bij kookinstallaties en rookaf-
voersystemen
4.1.2 Geluiddemping voorzien
Afb. 4-1
4.1.3 Opstellingsvoorwaarden
Condensafvoer en maatre-
gelen bij ontdooiing
Bescherming van de batterij
Vrije ruimtes
14
Rechtstreeks met een kookinstallatie verbonden rookafvoersystemen mogen omwille
van hygiënische redenen en van de brandweer niet op de compacte luchtgroep aan-
gesloten worden.
GELUIDDEMPING IN GEVOELIGE RUIMTES
De unit is geoptimaliseerd voor een geluidsarme werking, maar bij de werking kun-
nen er toch trillingen of vibraties optreden. Een geluidsarme werking kan dus enkel
gegarandeerd worden, indien men geluiddempende middelen toepast. Dit is vooral
noodzakelijk voor trillingsgevoelige omgevingen zoals klaslokalen, kinderdagverblij-
ven e.d.. Montage van de unit buiten dergelijke ruimtes is dan ook aan te bevelen!
Hou ook rekening met een opstelling in een klaslokaal dat aan de vereiste normen
voldoet.
Om een geluidsarme werking te garanderen, dient men volgende elementen in het oog
te houden:
– een onderconstructie voorzien die bestand is tegen trillingen
– de units nooit rechtstreeks op een houten bodem plaatsen
– de units nooit zonder trillingsdempers monteren
– alle mogelijke geluidstransmissies dempen
– geen automatische kleppen voorzien
– de luchtsnelheid in de kanalen moet bij voorkeur onder de 3 m/s liggen
– in geluidsgevoelige omgevingen voor voldoende absorberende oppervlakken zor-
gen (bv. akoestische plafonds en informatieborden)
– afhankelijk van de vereisten moeten de units bouwzijdig bijkomend met een geluid-
dempende omkasting uitgerust worden
SCHADE AAN HET APPARAAT!
Het gebruikte aluminium heeft een hoge corrosiebestendigheid (zeewaterbesten-
dig), maar is niet geschikt voor toepassing in corrosieve omgevingen zoals bv. bij
chloorhoudende zwembadlucht. Let op voor dat soort toepassingen waarbij de unit
niet opgesteld mag worden (zie hiervoor ookPagina 8).
SCHADE AAN DE UNIT DOOR BEVRIEZING!
Bevriezing begint bij een buitentemperatuur vanaf 3°C.
Bij vertikaal gemonteerde units is geen bevriezing toegelaten!
Men moet regeltechnisch het nodige doen zodat de batterij niet kan bevriezen. Wan-
neer de batterij bevriest, kan men niet garanderen dat er lekken optreden;
Bij een liggende plafond-en vloermontage dient men voor een hellingshoek van 3°-5°
in de richting van de afvoer te zorgen.
De antivriesbeveiliging en de ontdooiregeling controleren want bevriezing kan leiden
tot een kapotte batterij. Het toegelaten drukverschil van 400 Pa bij de batterij niet over-
schrijden.
Rondom de unit dient men een vrije ruimte van min. 500mm te voorzien voor onder-
houds-of herstellingswerkzaamheden.
PR-2012-0029-NL • Wijzigingen voorbehouden • K1-07/2013