7 Tips en trucs
7
Tips en trucs
7.1
Algemene aanwijzingen betreffende het gebruik van het toestel
▪ Bij het sluiten van een toesteldeur controleren of de afdichting rondom goed in het fra-
me is aangebracht en volledig afsluit.
▪ Het koelen van wijnflessen van kamertemperatuur naar de temperatuur in de koelruim-
te kan, afhankelijk van de opslag, meerdere uren duren.
▪ Het langdurig openen van de deur kan in de koelzones van het toestel tot een aan-
zienlijke temperatuurverhoging leiden.
▪ Oppervlakken die in contact komen met levensmiddelen evenals bereikbare afvoer-
systemen moeten regelmatig worden gereinigd.
▪ Een wijziging van de temperatuurinstelling heeft geen invloed op de snelheid van het
afkoelen.
▪ Als een warme of een koude fles direct vóór een geïntegreerde temperatuursensor
wordt gelegd (linksboven in de zijwand van de desbetreffende koelzone), kan dit de
temperatuurregeling van de koelkast negatief beïnvloeden: er wordt te weinig of te
veel gekoeld.
▪ De luchtuitlaten mogen niet volledig door flessen worden geblokkeerd.
7.2
Aanwijzingen voor het opslaan van wijn
Een verbetering van de kwaliteit van de wijn na verloop van tijd en van de houdbaarheid
in het algemeen zijn afhankelijk van de karakteristieke eigenschappen van de wijn en
van de desbetreffende wijnsoort. Ideale drinktemperaturen:
5-8 ℃
Champagne, mousserende wijnen, sekt, prosecco
8-12 ℃
jonge witte wijnen (bijv. Chasselas, Müller-Thurgau, Chardonnay, Sil-
vaner, Sauvignon blanc)
10-14 ℃
roséwijnen
9-15 ℃
rijpere witte wijnen (bijv. Pinot Blanc en Pinot Grigio, Riesling)
15-17 ℃
jonge rode wijnen (bijv. Pinot noir, Merlot, Gamay, Barbera)
17-18 ℃
rijpe rode wijnen (z. B. Cabernet Sauvignon, Barolo)
Lagere temperaturen gelden voor de eenvoudigere wijnen, hogere temperaturen
voor de complexere, kwalitatief betere wijnen van elke categorie.
Met name bij zeer edele wijnen de aanbevelingen van de wijnproducent in acht ne-
men.
7.3
Aanwijzingen om energie te besparen
▪ De toesteldeuren slechts kort en alleen zo vaak als nodig openen.
▪ Voor een optimale luchtcirculatie: flessen niet te dicht naast elkaar plaatsen.
20