4 Bediening
4
Bediening
4.1
Principiële werkwijze
Uw toestel beschikt over een display met touchfunctie. Hier kunnen submenu's ge-
selecteerd, meldingen bevestigd en persoonlijke instellingen geactiveerd c.q. ge-
deactiveerd worden door de desbetreffende positie op het display aan te tippen.
▪ De verschillende functies en keuzemogelijkheden kunnen door het aantippen van het
desbetreffende symbool op het display of met behulp van de navigatietoetsen gese-
lecteerd worden.
▪ In te stellen waarden kunnen worden ingesteld door «naar boven» of «naar beneden»
te scrollen.
▪ Naar functies en instellingen kan worden genavigeerd door «naar links en rechts» te
vegen.
▪ Geactiveerde functies of instellingen worden oranje weergegeven, overige selecteer-
bare functies of instellingen worden wit weergegeven. Niet selecteerbare functies of
instellingen worden grijs weergegeven.
▪ Een wijziging van de bestaande instelling kan te allen tijde met behulp van de toets
worden geannuleerd, zonder dat de waarde van de bedieningsstap wordt overgeno-
men. Na ca. 5 seconden zonder interactie wordt de instelling eveneens geannuleerd.
De ingestelde waarden worden niet overgenomen.
▪ Als de deur wordt geopend, worden de ingestelde werkelijke waarden weergegeven.
Zolang de temperaturen niet zijn bereikt, signaleert het toestel de status met behulp
van een pijlsymbool naast de temperatuurindicatie op het display. Een naar beneden
wijzende pijl signaleert een temperatuurverlaging, een naar boven wijzende pijl signa-
leert een temperatuurverhoging in de desbetreffende zone.
4.2
Overzicht van het startscherm
1
12
+
°C
2
5
+
°C
10
Koelzone boven
Koelzone onder
Navigatie naar de functies
Navigatie naar de instellingen