4 Bediening
ON
+7
+8
+9
+10
+11
Bij een gecombineerde opslag van rode wijn en witte wijn verdient het aanbeveling
om rode wijn in de bovenste zone en witte wijn in de onderste zone te bewaren.
De effectieve temperatuur kan bij een lage ingestelde temperatuur in de onderste
zone en een hoge ingestelde temperatuur in de bovenste zone tijdelijk lager uitval-
len en schade aan het product veroorzaken. In dit geval dient een hogere tempera-
tuur ingesteld te worden. Als de deur gedurende langere tijd wordt geopend, of bij
grote temperatuurverschillen tussen beide koelzones, kan de effectieve tempera-
tuur tijdelijk afwijken van de ingestelde gewenste temperatuur.
Het symbool
aangebracht kunnen worden. Indien bepaalde functies (bijv. vakantiefunctie) wor-
den geactiveerd, wordt
niet gewijzigd kan worden. Dit is het geval tot de desbetreffende functie gedeacti-
veerd wordt.
4.5
Koelzones afzonderlijk in-/uitschakelen
De twee koelzones kunnen afzonderlijk uit- en weer ingeschakeld worden.
Uitschakelen
12
+
°C
5
+
°C
+4
OFF
+5
+6
+7
+8
12
▸ De ingevoerde waarde met de toets OK bevestigen om
deze op te slaan
– De temperatuur is succesvol ingesteld.
– Het weergavesymbool (rode wijn/witte wijn) van de
°C
desbetreffende koelzone verandert overeenkomstig
de geselecteerde temperatuur. De wijziging wordt in
OK
het onderstaande startscherm weergegeven.
– De temperatuur wordt, afhankelijk van de instelling,
pas na een paar uur bereikt.
(wijzigen waarde geblokkeerd) geeft aan dat hier geen wijzigingen
weergegeven en wordt gesignaleerd dat de temperatuur
▸ De gewenste koelzone boven/onder aantippen.
▸ De toets UIT aantippen.
▸ De volgende informatiemeldingen en vragen met Ja be-
vestigen.
°C
OK