1. Druk op bladertoetsen (
2. Druk op bladertoetsen (
3. Druk op bladertoetsen (
Tekst: Te gebruiken bij documenten met fijne details, zoals fijne tekst.
l
Tekst/Foto: Te gebruiken voor documenten met zowel tekst alsook foto/grijswaarden.
l
Foto: Te gebruiken voor documenten met foto of grijswaarden.
l
Bijzondere kopieerfuncties
OPMERKING:
Sommige functies zijn eventueel, afhankelijk ervan of u het document op de glasplaat of in de ADI hebt geplaatst, niet beschikbaar.
Open in het programma de afdrukinstellingen en ga naar het venster Eigenschappen van de printer. In het menu Lay-out hebt u de keuze uit de volgende
kopieerfuncties:
Uit: Afdrukken in de normale modus.
l
ID kopie: Drukt een origineel document met 2 zijden af op een vel papier. Zie "ID-kopiëren".
l
Aut. aanpas.: Verkleint of vergroot automatisch de originele afbeelding opdat ze op het momenteel in de printer geplaatste papier zou passen. Zie
l
"Automatisch
aanpassen".
Poster: Drukt een afbeelding op 9 (3 bij 3) vellen papier af. U kunt deze vellen aan elkaar plakken om er een poster van te maken. Zie "Poster".
l
Klonen: Het origineel meerdere keren afdrukken op één vel papier. Het aantal afbeeldingen per vel hangt af van de grootte van het origineel en het
l
papierformaat. Zie "Klonen".
ID-kopiëren
Bij gebruik van deze kopieerfunctie drukt de printer een kant op de bovenste helft van het papier en de andere kant op de onderste helft
zonder de originele grootte te wijzigen. Deze functie is handig wanneer u kleine documenten kopieert, zoals naamkaartjes.
Indien het originele document groter is dan het bedrukbare gebied, worden sommige delen niet afgedrukt.
Deze speciale kopieermodus kan enkel gebruikt worden wanneer u via de glasplaat kopieert. Wanneer een document in de ADI wordt
gedetecteerd, werkt de ID-kopieerfunctie niet.
OPMERKING:
Voor ID-kopiëren kunt u het kopieerformaat niet aanpassen door het menu Zoom te gebruiken.
Om ID-kopiëren te gebruiken:
1. Leg het te kopiëren document op de glasplaat en sluit de klep.
2. Druk op bladertoetsen (
3. Druk op bladertoetsen (
4. Druk op bladertoetsen (
5. Pas, indien nodig, de kopieerinstellingen, inclusief het aantal kopies, contrast en beeldkwaliteit, aan door gebruik te maken van de Kopieermenu's. Zie
"Kopieerinstellingen
wijzigen".
6. Druk op Start (
) om met het kopiëren te beginnen.
Uw printer begint met het scannen van de voorzijde.
7. Wanneer Draai origin. om in de onderste lijn van de display verschijnt, open het documentdeksel en draai het document om met de tweede zijde naar
beneden. Sluit de documentklep.
OPMERKING:
Wanneer u op de knop Annuleren (
kopieertaak en keert hij terug in de Standby-modus.
8. Druk weer Start (
).
of
) om KOP. te markeren en druk dan op OK (
of
) om Kwaliteit te markeren en druk dan op OK (
of
) om de beeldkwaliteitmodus te kiezen en druk op OK (
of
) om KOP. te markeren en druk dan op OK (
of
) om Lay-out te markeren en druk dan op OK (
of
) om ID kopie te markeren en druk dan op OK (
) drukt of wanneer gedurende 30 seconden op geen knop wordt gedrukt, annuleert de printer de
).
).
).
).
).
).