De printer kiest een nummer, maar de
verbinding met een ander faxapparaat lukt
niet.
Documenten worden niet in het geheugen
opgeslagen.
Er verschijnen blanco stukken onder aan elke
pagina, met een korte strook tekst bovenaan.
Kopieerproblemen
Voorwaarde
Kopieën zijn te licht of te donker.
Uitgesmeerde stukken, lijnen, vlekken of
stippen verschijnen op kopies.
Kopie staat scheef.
Kopieën zijn blanco.
Afdruk geeft gemakkelijk af.
Kopieerpapier loopt regelmatig vast.
De tonercassette gaat korter mee dan
verwacht.
Scanproblemen
Voorwaarde
De scanner doet het niet.
Het apparaat doet erg lang over een scan.
Er verschijnt een bericht op het beeldscherm:
• "Het toestel kan niet in de door u
gewenste H/W-modus worden gezet."
• "Poort wordt gebruikt door een ander
programma."
• "Poort is gedeactiveerd."
• "Scanner is bezig met ontvangen of
afdrukken van data. Probeer het
opnieuw zodra de huidige opdracht is
afgerond."
• "Ongeldige toegang."
• "Scannen is mislukt."
Problemen met Netwerkscan
Voorwaarde
Misschien is het andere faxapparaat uitgeschakeld, is het papier op of kunnen er geen oproepen worden
beantwoord. Vraag de gebruiker van het andere faxapparaat om het probleem op te lossen.
Mogelijk is er onvoldoende geheugen om het document op te slaan. Wanneer de display het bericht Geheugen
vol weergeeft, wis dan alle documenten die u niet meer nodig hebt uit het geheugen en sla het document
dan opnieuw op.
Mogelijk heeft u het verkeerde papier gekozen in de door de gebruiker in te stellen opties. Zie
Papierformaat
instellen"en
"Het Papierformaat
Doe het volgende
Gebruik het menu Contrast om de achtergrondd van de kopies donkerder of lichter te maken.
• Als er onregelmatigheden voorkomen op het origineel, selecteert u KOP.
van uw kopieën lichter te maken.
• Wanneer er geen fouuten op het origineeel zijn, reinig dan de glasplaat en de onderkant van de
documentklep. Zie
"De Scanner
• Leg het origineel recht op de glasplaat.
• Plaats het kopieerpapier op de juiste manier in het apparaat.
Zorg ervoor dat het origineel met de voorzijde aan de onderkant op de glasplaat is geplaatst en met de
voorzijde naar boven in de ADI.
• Vervang het papier in de papierlade door papier uit een nieuwe verpakking.
• Laat in vochtige plaatsen geen papier voor langere tijd in de printer.
• Waaier de stapel papier uit en leg deze ondersteboven terug in de papierlade. Vervang het papier in de
papierlade door papier uit een nieuwe verpakking. Controleer, indien nodig, de papiergeleiders of pas ze
aan.
• Gebruik alleen afdrukpapier met het juiste gewicht. Het aanbevolen papiergewicht is 75 g/m
• Controleer of er nog kopieerpapier of stukjes kopieerpapier in de printer zitten nadat het vastgelopen
paapier werd verwijderd.
• Mogelijk bevatten uw originelen afbeeldingen, opgevulde vlakken of dikke lijnen. Denk hierbij aan
formulieren, nieuwsbrieven, boeken en andere documenten waar meer toner voor nodig is.
• Mogelijk wordt de printer frequent aan- en uitgeschakeld.
• Misschien blijft de documentklep tijdens het kopiëren vaak openstaan.
Doe het volgende
• Zorg ervoor daat uu het te scannen document met de voorzijde naar beneden op de
glasplaat, of met de voorzijde naar boven in e ADI plaatst.
• Misschien is er niet voldoende geheugen vrij voor het document. Ga na of de prescanfunctie werkt.
Probeer een lagere scanresolutie.
• Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten.
• Controleer of de USB-kabel niet beschadigd is. Vervang indien nodig de kabel.
• Controleer of de scanner correct is geconfigureerd. Controleer de applicatie die u wilt gebruiken om er
zeker van te zijn dat de scantaak naar de juiste poort wordt gestuurd.
• Controleer of de printer ontvangen gegevens afdrukt. Wacht in dat geval met scannen totdat de
afdruktaak is voltooid.
• Het scannen van afbeeldingen kost meer tijd dan het scannen van tekst.
• De communicatiesnelheid kan laag zijn in de scanmodus omdat er veel geheugen nodig is om de
gescande afbeelding te analyseren en reproduceren.
• Het is mogelijk dat er een kopieer- of afdruktaak wordt uitgevoerd. Probeer opnieuw
wanneer de huidige taak is voltooid.
• De geselecteerde poort is momenteel in gebruik. Start uw computer opnieuw op en probeer het
nogmaals.
• De printerkabel is niet goed bevestigd of het apparaat is niet ingeschakeld.
• Het scannerstuurprogramma is niet geinstalleerd of de besturingsomgeving is niet correct ingesteld.
• Zorg ervoor dat de poortaansluiting goed is en dat de stroom is ingeschakeld. Herstart dan de computer.
• Controleer of de USB-kabel goed is aangesloten.
Doe het volgende
instellen".
reinigen".
"Het
Contrast om de achtergrond
2
.