Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Opgemerkt moet worden dat bij het simuleren van curven die significant afwijken van de karakteristieke
curve, een hoger aantal linearisatiesecties de linearisatiefout vermindert.
Als de gemeten waarden kleiner zijn dan H1, worden de omrekeningen uitgevoerd met behulp van de
eerste rechte lijn die wordt bepaald op basis van punten (H1,Y1) en (H2,Y2). Voor waarden groter dan Hn
(waarbij n staat voor de laatst ingevoerde meetwaarde) wordt de displaywaarde berekend met de
laatste lineaire functie.
Let op: Alle punten van de meetwaarde (Hn) moeten in oplopende volgorde worden ingevoerd, zodat
aan de volgende afhankelijkheid wordt voldaan:
H1<H2<H3...<Hn
Als de bovengenoemde afhankelijkheid niet wordt vervuld, wordt de functie van de individuele
karakteristiek automatisch uitgeschakeld en wordt bit 3 in het statusregister ingesteld.
5.2.5

Alarmtypes

Het meetapparaat PCE-N30U is uitgerust met twee alarmuitgangen (normaal open contact). Twee extra
alarmuitgangen (wisselcontacten) zijn optioneel verkrijgbaar. Elke alarmuitgang kan werken in een van
de zes verschillende werkmodi. Figuur 11 toont de werking van de alarmuitgang in de modi n-on, n-off,
on, off. De twee resterende alarmtypes h-on en h-off zijn permanent aan en permanent uit. Deze modi
zijn bedoeld voor manuele controle van de alarmuitgangen.
Let op!
!
Als een ingevoerde alarmgrenswaarde de bovenste of onderste weergavegrenswaarde (ovrLo of ovrHi)
overschrijdt, wordt deze automatisch gecorrigeerd naar de betreffende weergavegrenswaarde.
Afb. 11. alarmtype: a) aan; b) uit; c) aan; d) uit.
Als u PrL>PrH invoert, wordt het alarm uitgeschakeld voor de alarmtypes n-
on, n-off, on, off.
Als het meetbereik wordt overschreden, wordt de reactie van de relais gestuurd
door de parameters PrL, PrH, tYP. Ondanks de overschrijding blijft het
meetinstrument metingen uitvoeren.
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave